The Doctoral Space revisited

Jaargang: 2016
Doctoral Space
Klasse Natuurwetenschappen

Stuurgroep van het Denkersprogramma Doctoral Space

Conny Aerts
Frederik Anseel
Jean Berlamont
Inez Dua
Freddy Dumortier
Jean-Pierre Henriet
Lisette Monard
Helena Nazaré
An Van de Vel
Annemie Van der Linden
Dirk Van Dyck
Lieve Van Hoof
Peter Vandenabeele
Joos Vandewalle
Irina Veretennicoff

Documenten 

Evenementen 

Het doctoraat is een eeuwenoude en eerbiedwaardige instelling. Het werd ingevoerd in Parijs in de 12de eeuw als kwalificatie om les te mogen geven. Aan het begin van de 19de eeuw evolueerde het doctoraat naar een kwalificatie van de onderzoekscapaciteit van kandidaten voor een academische loopbaan.

Recente studies van de European Science Foundation (2015), van de Vlaamse Raad voor Wetenschap en Innovatie (studie 27 en advies 215, 2015) en van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (2016) wijzen op de toenemende erkenning van het doctoraat als instrument naar innovatiegerichte tewerkstelling, ver buiten de academische wereld. Zoals onze Noorderburen het gevat formuleren in de titel van hun Verkenning: promoveren werkt.

Mede bewust van deze ontwikkeling heeft de KVAB in 2016 het Denkersprogramma The Doctoral Space revisited opgestart. De keuze voor deze titel onderstreept het belang dat gehecht wordt aan het geven van ruimte aan onze doctorandi in deze unieke periode in hun loopbaan: ruimte om hun ideeën te ontwikkelen, om te vallen en op te staan. Deze titel wijst er ook op dat deze analyse zich niet beperkt tot de periode van een doctoraatsbeurs: de aanloop, de voorbereiding van het doctoraal onderzoek is belangrijk. Nog belangrijker is de aandacht die moet besteed worden aan de vlotte overgang naar het bedrijfsleven, courant vervat in de vroege postdoctorale periode. Voor deze analyse is het perspectief van de promovendi en de jonge onderzoekers zelf van doorslaggevend belang: dit Denkersprogramma gaat dan ook een nauwe samenwerking aan met de Jonge Academie.

We weten dat veel goed geregeld is in het Vlaamse promotiebeleid, de doctoral schools leveren globaal puik werk en de innovatiecapaciteit van Vlaanderen, in het bijzonder deze van de strategische onderzoekscentra nauw gelinkt aan Vlaamse universiteiten, staat internationaal in hoog aanzien. 
Toch kunnen a priori vele vragen gesteld worden: 

  • Stomen we onze jonge doctorale toponderzoekers daadwerkelijk klaar voor leiderschap en ondernemerschap, op een toekomstbestendige wijze?
  • Zouden niet al onze gepromoveerden moeten aanzien worden als starters, ongeacht hun onderzoekdomein en hun professionele horizon, en bieden we hen de incubatieruimte, cruciaal voor hun succes?
  • Komt het Bolognaproces, nuttig bedacht eind vorige eeuw, vandaag nog werkelijk tegemoet aan al onze verwachtingen, of is een bijsturing wenselijk?
  • Bieden we onze jonge onderzoekers de juiste opportuniteiten tot competentieontwikkeling binnen de doctorale ruimte? Op het juiste moment, en op de juiste wijze?
  • Hebben we de postdoctorale incubatieruimte van onze talenten wel onder controle, en monitoren we op gepaste wijze hun traject naar de arbeidsmarkt, ongeacht de aard van de markt?

Uitdagingen voor Vlaanderen én Europa

Het gebrek aan informatie over het postdoctoraal traject is een knelpunt in Europa (erkend door de OESO en de studie van ESF). Dit Denkersprogramma heeft als doel te werken rond deze belangrijke actuele problematiek waarop Vlaanderen een impact kan hebben: door een beginnende analyse kan Vlaanderen een pioniersrol vervullen.

Vroege bevindingen van de fact finding wijzen op een verdubbeling van de postdoctorale cloud die graviteert rond de Vlaamse universiteiten over de voorbije 10 jaar. Vandaag zou die naar schatting 3750 onderzoekers bedragen, meer dan de totale academische staf aan alle Vlaamse universiteiten (geraamd op 2800): een virtuele universiteit op zich. Extrapolatie van deze cijfers voor 5 Vlaamse universiteiten naar de 850 Europese universiteiten zou wijzen op een “Starter’s Cloud” tussen een half miljoen en een miljoen over heel Europa, die - conform de bevindingen van OESO en ESF - nog grotendeels “onder de radar” ligt. Hoewel de doorstroming van gepromoveerden naar de arbeidsmarkt positieve signalen geeft, staat Vlaanderen en Europa zonder twijfel voor de uitdaging om de potentiële energie vervat in deze hooggekwalificeerde cloud te capteren en te helpen transformeren in economische ontwikkeling en innoverende tewerkstelling. Wat een decennium geleden als een probleem gezien had kunnen worden, dient vandaag eerder – mede door de Digitale Revolutie die deze generatie meer dan wie ook ten volle beheerst – als een unieke opportuniteit gezien te worden.

Status 

Verloop van de Denkerscyclus

  • 11-21 april 2016: Fact Finding Week
    Tijdens de eerste Fact Finding Week van 11 tot 21 april 2016 voerde Prof. Nazaré besprekingen op de Europese Commissie, aan de KULeuven, IMEC, UMICORE, en ontmoette ze stuurgroepleden en diverse stakeholders. 
  • 16-26 mei 2016: Fact Finding Week II
    Tijdens de tweede Fact Finding Week voerde onze denker verscheidene besprekingen met de Jonge Academie, aan de UGent en de VUB, op het VIB en met diverse vertegenwoordigingen van doctorale en postdoctorale onderzoekers. Ze nam tevens deel aan een sessie in het Vlaams Parlement. 
  • juli-september 2016: Fact Finding III
    Fact finding aan de Universiteit Antwerpen, besprekingen in het Europees Parlement en met ECOOM. Rondetafels met stakeholders.
  • 7 november 2016: Slotsymposium
Denker 
Maria Helena Nazaré

Prof. Dr. Maria Helena Vaz de Carvalho Nazaré was vele jaren Rector van de Universiteit van Aveiro in Portugal. Van 2012 tot 2015 was ze Voorzitter van de European University Association, en tot op heden bekleedt ze een voorzitterschapsfunctie voor de Hoge Raad voor Onderwijs in Portugal, doch diverse mandaten in raden van bestuur van het bedrijfsleven hebben haar een brede sector-overschrijdende kijk gegeven.