Samenvatting:
Metaalkundige, gespecialiseerd in de theorie en techniek van de machinebouw en de machinetechnologie, productie-organisatie en ergonomie; politicus, staatsman.
Opleiding:
Dr. Toegepaste Wetenschappen (1958). Directeur (1956-68) National Institute for Machine Tool and Machining Krakau; assistent-professor (1958), professor (1968), pro- en rector (1965-68), full professor (1970) technische universiteit Krakau; minister (1972-74) voor Wetenschappen, Hoger Onderwijs en Techniek; directeur (1956-68) National Institute for Machine Tool and Machining Krakau; permanent general secretary (1974-80), hoofd (1981-90) departement Mechanical Systems, Poolse Academie voor Wetenschappen.
Prijzen:
Medaille Drinova (1969), Copernicus-medaille (1980).
Ordes:
Commandeur orde Polonia Restituta; grootofficier orde Frans Erelegioen; orde van de Academische Gouden Palmen.
Eredoctoraat:
Dr. h.c. technische universiteit Karl-Marx-Stadt, Bauman technische universiteit Moskou.
Lidmaatschap:
Voorzitter (1968-71) Comité voor Wetenschap en Techniek, (1984) Poolse federatie van ingenieursverenigingen; lid presidium Poolse regering (1972-74), Poolse Academie voor Wetenschappen, Poolse Academie voor Ingenieurswetenschappen, Warschau Scientific Society, Society of Polish Mechanical Engineers; buitenl. lid Bulgaarse Academie voor Wetenschappen, Amerikaanse Academie voor Ingenieurswetenschappen, Central European Academy of Sciences and Arts.