Xi Jinpings droom van een nieuwe wereldorde

Symposium
Paleis der Academiën, Brussel
Organisatie
Activiteiten in het kader van de Lentecyclus
De openingssessie van de Lentecyclus zoomt in op het hedendaagse China.
Jan Wostyn zal vertellen over het dagelijkse leven in het China van vandaag. Dr. Duncan Freeman zorgt voor een politieke en economische invalshoek, terwijl Catherine Vuylsteke zal inzoomen op de Chinese Samizdat.
05-05-2021
Dr. Duncan Freeman is Research Fellow at the EU-China Research Centre of the EU International Relations and Diplomacy Studies Department of the College of Europe in Bruges. He has a BA in Politics and Modern History from the University of Manchester, an MSc in Chinese Politics from the School of Oriental and African Studies, University of London, a Postgraduate Diploma in Economic Principles from the School of Oriental and African Studies, University of London and a PhD completed at the Vrije Universiteit Brussel on the impact of China’s outward investment policy. He was previously a Research Fellow at the Vrije Universiteit Brussel where he taught and carried out research on China’s economic and political developments in addition to EU-China relations at. He has previously lived and worked in Beijing and Hong Kong for a total of 17 years and is fluent in Chinese.
Jan Wostyn studeerde Economische Wetenschappen aan de KUL. Na zijn Masterdiploma ging hij vervolgens Chinees studeren in Wuhan, Xiamen en Shanghai. Tussendoor haalde hij ook nog een Bachelor in de Sinologie. In 2005 stond hij mee aan de wieg van de Hutong School in Beijing, vandaag het leidende privé-instituut voor Chinese taal en bedrijfsstages in China met programma’s in 7 Chinese steden en vertakkingen in Europa, Latijns Amerika en Australië.
China is niet langer de hervormingsgezinde natie die open staat voor buitenlandse ideeën en strategieën. Nu de snelle economische groei van de voorbije decennia is gestagneerd, plooit het land op zichzelf terug. Het ideologische vacuum dat voortvloeide uit de implosie van het socialisme in Oost-Europa en de voormalige Sovjetunie, deed China's leiders vrezen voor buitenlandse infiltratie en voor ondermijning van het machtsmonopolie van de Communistische Partij. De leemte kon moeilijk worden opgevuld met een hernieuwd marxisme. Klassenstrijd en de verdediging van de belangen van de rurale migranten is wel het laatste wat het regime wil. Sterker nog: toen studenten aan verschillende campussen in 2013 een gevolg gaven aan Xi Jinping's oproep om van Marx te leren, en contacten legden met de gedupeerden van de hervormingen, werden ze meteen teruggefloten. Daarom werd er aansluiting gezocht bij China's glorieuze verleden. Er kwam er een hernieuwde interesse in het Confucianisme – op zich merkwaardig voor een regime dat het gros van de voorbije eeuw juist doorbracht met de bestrijding ervan. Dat mondde uit in een groter Chinees zelfbewustzijn, maar ook in een versmalling van de definitie van de Chinese identiteit. Daardoor namen de spanningen toe met al die perifere groepen die niet goed passen in het nieuwe narratief. De Tibetanen, de Oeigoeren, maar evengoed de 'verwesterde en verwende' Hongkongers en de 'separatistische' Taiwanezen.
Catherine Vuylsteke (°1964) studeerde in Shanghai, werkte 25 jaar als Azië-verantwoordelijke voor De Morgen, ze maakte twee documentaires en schrijft nu freelance voor Knack, Klara en De Standaard. Ze schreef twee boeken over China: 'Volksrepubliek van Verlangen' (2007) en 'Het Gewicht van Hemelse Vrede, vrijheid en verzet sinds Tiananmen' (2009).