Fondsprijzen

De Fondsprijzen zijn prijzen die voortkomen uit de legaten die aan de Academie werden toevertrouwd.

 

Henri Vanderlinden-prijs

Prijs voor een belangrijk oorspronkelijk werk op het gebied van de sterrenkunde.
Bedrag voor deze prijs: 1250
Deze prijs wordt tweejaarlijks uitgereikt.

Oproep jaargang 2024: aanvragen zijn nog mogelijk en moeten ons bereiken voor 30-04-2024.

Prijs voor een belangrijk oorspronkelijk werk op het gebied van de sterrenkunde.

Dominic Bowman

Photometric detection of internal gravity waves in upper main-sequence stars. II. Combined TESS photometry and high-resolution spectroscopy.

Dominic Bowman (°1990) is gespecialiseerd in asteroseismologie van massieve sterren, de studie van het inwendige van sterren aan de hand van het modelleren van hun pulsaties. Sterren zijn lawaaierige plaatsen in het heelal en fonkelen aan hun oppervlak vanwege intern opgewekte pulsaties. Uit de analyse van deze pulsaties kan men de inwendige rotatie- en mengprocessen en fundamentele parameters zoals massa's en leeftijden van sterren met hoge precisie meten.
Dominic werd voor het eerst geïnspireerd en gemotiveerd om asteroseismologie na te streven tijdens zijn bachelorstudie aan de Universiteit van Birmingham in het VK. Na zijn afstuderen in 2013 verhuisde hij naar de University of Central Lancashire in Preston, UK voor zijn doctoraatsstudie onder supervisie van Prof. Donald Kurtz. Het onderwerp van Dominic's doctoraat was de analyse van niet-lineaire pulsatiemodi van delta Scuti-sterren met behulp van zeer nauwkeurige tijdreeksfotometrie van de NASA Kepler-missie. Dominic promoveerde in 2016 en zijn doctoraatsthesis werd in 2017 bekroond met de Springerprijs voor 'Outstanding Research'. Na zijn doctoraat verhuisde Dominic naar de KU Leuven, België als postdoctoraal onderzoeker bij het team van Prof. Conny Aerts. Gedurende deze tijd leidde hij het project om de signaturen van zwaartekrachtgolven in massieve sterren te ontdekken en te karakteriseren met behulp van NASA Kepler/K2 en TESS-ruimtefotometrie. In 2020 won Dominic de prestigieuze KU Leuven Research Council Award in Science, Technology and Engineering, en kreeg hij ook een competitief senior FWO postdoctoraal onderzoeksmandaat waarmee hij zijn onderzoek in massieve asteroseismologie naar nieuwe hoogten kon tillen. Tijdens zijn tijd aan de KU Leuven is Dominic actief betrokken geweest bij het onderwijzen en begeleiden van studenten op BSc-, MSc- en PhD-niveau, en organisator van vele outreach-evenementen voor lokale scholen en organisaties. Hij heeft ook leidende rollen op zich genomen in verschillende internationale consortia die zich richten op massieve sterren en asteroseismologie, waaronder de gezamenlijke ESA/KU Leuven CubeSpec-ruimtemissie, die in 2024 zal worden gelanceerd en hoge cadans tijdreeksen van hoge resolutie optische spectroscopie van pulserende massieve sterren zal afleveren.

In zijn onlangs gepubliceerde werk analyseerden Dominic en zijn team de fotometrische en spectroscopische handtekeningen van graviteitsgolven in massieve sterren. Ze ontdekten hoe de morfologie van graviteitsgolven in de amplitudespectra van TESS-lichtkrommen voor tientallen massieve sterren de massa en leeftijd van een ster kan bepalen, en ook gecorreleerd is aan de hoeveelheid van het grootschalige tangentiële snelheidsveld dat verantwoordelijk is voor macroturbulentie in spectroscopische waarnemingen. Deze resultaten bieden sterke ondersteuning voor het in rekening nemen van interne menging en impulsmomenttransport veroorzaakt door graviteitsgolven in stermodellering, en verbetert ons begrip van de structuur en evolutie van enkele van de kortst levende sterren in het heelal.


Andrew Tkachenko
KU Leuven

Andrew Tkachenko (1985) behaalde in 2007 zijn Master diploma in Astronomie en Astrofysica aan de Taurida National University (Krim, Oekraïne). In hetzelfde jaar kreeg Andrew een gedeelde PhD-positie aangeboden aan de Thüringer Landessternwarte Tautenburg en de Universiteit van Jena (Duitsland), onder supervisie van Dr. Holger Lehmann. Het onderwerp van het zijn doctoraatsthesis betrof studies van verduisterende dubbelsterren met pulserende componenten, gebruikmakend van tijdreeksen van spectroscopische waarnemingen met hoge resolutie. Na zijn doctoraatsverdediging in november 2010 vervoegde Andrew het team van Prof.Conny Aerts aan de KU Leuven als junior postdoctoraal onderzoeker, om zijn werk in het domein van asteroseismologie (de studie van de inwendige structuur van sterren door interpretatie van hun pulsaties) voort te zetten. In 2012 kreeg Andrew een FWO-postdoctoraal mandaat voor onderzoek naar pulserende sterren in dubbelsterrenstelsels, als een middel om het inwendige van sterren en hun evolutie te bestuderen. Sinds 2016 is Andrew Tkachenko aangesteld als onderzoeksexpert aan het Instituut voor Sterrenkunde van de KU Leuven, waar hij een van de sleutelposities bekleedt in het management van het Complementary Science-programma van de PLATO-ruimtemissie, en verder ook verantwoordelijk is voor de supervisie van verschillende doctoraats- en masterstudenten.

Andrew's onderzoeksinteresses betreffen grotendeels pulserende sterren in dubbelstersystemen, stersystemen die bestaan uit twee door zwaartekracht gebonden objecten die periodiek rond hun gemeenschappelijke zwaartepunt draaien. In zijn onderzoek bekijkt Andrew de volledige architectuur van het systeem, gaande van het inwendige van de sterren (de "harten" van de sterren), de steratmosferen (de "gezichten" van sterren) en de binariteit (de "partners" van sterren). In zijn recent gepubliceerde werk voerden Andrew Tkachenko en zijn team een gedetailleerde studie uit van een steekproef van dubbelsterren van gemiddelde en hoge massa, waarvan de massa en grootte op een modelonafhankelijke manier met een precisie van 3% of beter werden gemeten. Deze observaties toonden aan dat de huidige modellen van de inwendige structuur en evolutie van sterren significante tekortkomingen vertonen en niet in staat zijn om de twee meest fundamentele eigenschappen van een ster correct te voorspellen, namelijk de massa en leeftijd. Deze resultaten hebben grote implicaties voor andere gebieden van de astronomie, daar modellen van de inwendige structuur en evolutie van sterren een immense impact hebben op ons begrip hoe sterren ontstaan, evolueren en uiteindelijk sterven.


Ilse De Looze
UGent

The dust mass in Cassiopeia A from a spatially resolved Herschel analysis

Ilse De Looze (°1986) studeerde in 2012 af aan de Universiteit van Gent als Doctor in de Sterrenkunde. De start van haar doctoraat ging samen met de lancering van de Herschel satelliet van ESA (European Space Agency). Een groot deel van haar doctoraatswerk en daaropvolgende post-doctorale mandaten aan de Universiteit Gent, University of Cambridge en University College London stonden in het teken van infrarode waarnemingen met de Herschel satelliet van het interstellaire stof en gas in sterrenstelsels. Naar aanleiding van haar laatste post-doc in Londen ligt de focus van haar onderzoek nu meer op het stof dat gevormd wordt na de ontploffing (“supernova”) van massieve sterren op het einde van hun leven. Haar recente studie van Cassiopeia A — een 335 jaar oude supernova die zich op 11000 lichtjaren van ons in de Melkweg bevindt — toonde aan dat veel van het stof in sterrenstelsels gevormd wordt uit het metaalrijke materiaal dat overblijft na een “supernova” ontploffing.

In haar gepubliceerde werk The dust mass in Cassiopeia A from a spatially resolved Herschel analysis bestudeert Ilse De Looze de hoeveelheid en de aard van het stof gevormd na de ontploffing van deze massieve ster met een totaal gewicht van maar liefst 25 zonsmassa’s. Wanneer een zware ster (met een gewicht groter dan 8 keer het gewicht van de zon) het einde van haar leven bereikt, en alle nucleaire brandstof is opgebruikt, dan ontploft zij in een “supernova”. Uit het overgebleven materiaal, dat voor een groot deel bestaat uit elementen zwaarder dan waterstof en helium, kunnen stofdeeltjes gevormd worden die op hun beurt een belangrijke invloed hebben op de vorming van nieuwe sterren. Deze nieuwe studie van Cassiopeia A toont aan dat tot bijna een zonsmassa aan nieuw stof kan opgebouwd worden. Dit resultaat bevestigt dat supernovae een belangrijke bijdrage leveren tot het totale stofbudget in sterrenstelsels.


Ludmila Carone
Connecting the dots – II. Phase changes in the climate dynamics of tidally locked
terrestrial exoplanets.


Ludmila Carone (°1976) studeerde in 2012 af aan de Universiteit Keulen als Doctor in de Wetenschappen. Ze werkte tussen 2012 en 2016 aan de KU Leuven als postdoctorale onderzoeker. Voor haar studie ‘Connecting the dots - II. Phase changes in the climate dynamics of tidally locked terrestrial exoplanets’ onderzocht ze op basis van 165 klimaatmodellen rotsachtige exoplaneten met verschillende omwentelingstijden en groottes. Ze focusseerde zich op planeten, die permanent dezelfde kant naar hun ster toekeren en dus vaste dag- en nachtkanten hebben. Daarbij ontdekte ze drie mogelijke klimaten, waarvan twee potentieel bewoonbaar zijn. De bewoonbare klimaten bevatten een heel efficiënt ‘airconditioning’-systeem dat de oppervlakte-temperaturen leefbaar houdt.

Robin Lombaert
Robin Lombaert (°1986), momenteel als post-doctoraal onderzoeker verbonden aan de KU Leuven, was in 2009 bij de eersten die in België een Master in de Sterrenkunde konden behalen. Na het bestuderen van stof en gas aanwezig in sterrenwinden van geëvolueerde sterren gedurende zijn Master studies aan de KU Leuven en de Universiteit van Amsterdam, besloot hij ook zijn doctoraatsonderzoek hieraan te wijden. Onder leiding van Prof. Leen Decin en Prof. Alex de Koter leidde dit tot de doctoraatsthesis The Circumstellar Environment of Evolved Stars as Traced by Molecules and Dust. The Diagnostic Power of Herschel, waarvoor hij vandaag wordt bekroond met de Henri Vanderlindenprijs 2014.

Deze studie situeert zich in het onderzoek van geëvolueerde sterren van lage tot middelgrote massa. Sterren zoals onze zon zullen op het einde van hun leven een 'rode reus' worden, waarbij de ster veel kouder zal worden en tevens gigantisch zal opzwellen. Rode reuzen verliezen het merendeel van hun massa onder de vorm van een sterrenwind. Deze wind heeft een relatief lage uitstroomsnelheid en verrijkt het interstellair medium met chemische elementen afkomstig uit de binnenste hete kern van de ster. Dankzij deze sterrenwinden was er o.a. koolstof aanwezig tijdens het vormingsproces van de aarde, een cruciaal element voor het ontstaan van leven. Dit onderzoek kadert in het beter begrijpen van fysische processen die zowel het verloop van de stof- en gaschemie als het drijvingsmechanisme van de sterrenwind bepalen. Hierbij maakt hij gebruik van waarnemingen met de ruimtetelescoop Herschel, die revolutionaire resultaten opleverde. Hij bestudeerde de verhouding tussen de hoeveelheden stof en gas in de sterrenwind. De stof-over-gas verhouding is een essentiële ingrediënt in het begrijpen van het onstaan van sterrenwinden en het bepalen van de balans tussen stof- en gaschemie. Hij bestudeerde ook de vorming van waterdamp in koolstofrijke sterrenwinden, omgevingen waarvan men oorspronkelijk dacht dat water er niet kon voorkomen. Dankzij de Herschel telescoop is er nu een beter begrip van de eigenschappen van waterdamp in zulke omgevingen, en kunnen er belangrijke voorwaarden opgelegd worden aan de chemische vorming van water in koolstofrijke sterrenwinden.

Pieter Degroote

Deviations from a uniform period spacing of gravity modes in a massive star

Pieter Degroote (°1985) behaalde zijn diploma Wiskunde aan de KU Leuven in 2007. Drie jaar later volgde zijn doctoraatsthesis getiteld Asteroseismology of OB stars with the CoRoT space mission. Zijn onderzoek op basis van seismologische gegevens opgemeten door de baanbrekende Frans-Europese CoRoT satelliet mondde uit in nieuwe en verrassende inzichten betreffende de interne structuur en evolutie van massieve sterren, met onder andere een publicatie in het topvakblad Nature.

Op dit ogenblik is hij postdoctoraal onderzoeker bij het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek Vlaanderen, verbonden aan het Instituut voor Sterrenkunde aan de KU Leuven.


Clio Gielen

Spitzer survey of dust grain processing in stable discs around binary post-AGB stars

Clio Gielen werd geboren op 23 april 1983, het jaar waarin Henri Vanderlinden overleed. Ze behaalde haar licentiaatsdiploma Wiskunde, optie Wiskundige Natuurkunde en Sterrenkunde, aan de KULeuven in 2005. Haar licentiaatsthesis aan het Instituut voor Sterrenkunde deed haar voor het eerst kennis maken met de circumstellaire omgeving van geëvolueerde sterren. Voor haar doctoraatsonderzoek bestudeerde ze in meer detail de stofrijke schijven rond een specifieke groep geëvolueerde dubbelsterren, onder leiding van Prof. dr. Hans Van Winckel, de laureaat van de Vanderlindenprijs in 1998. In 2009 verdedigde ze haar doctoraatswerk, getiteld A Spitzer survey of dust grain processing in stable discs around binary post-AGB stars. Dit werk leverde tot nu toe al 14 publicaties op in gerefereerde tijdschriften. Sindsdien is ze post-doctoraal onderzoeker van het FWO-Vlaanderen, verbonden aan het Instituut voor Sterrenkunde van de KULeuven, waar ze haar werk rond de circumstellaire omgeving van geëvolueerde sterren verderzet. Dankzij een 1-jarige mobiliteitstoelage, verkregen van het FWO, verblijft ze momenteel één jaar in Duitsland, als Visiting Fellow aan het Max-Planck-Institut für Astronomie te Heidelberg.


Sven De Rijcke

Determination of the dynamical structure of elliptical galaxies by direct fits to spectra

Sven De Rijcke (°1974) studeerde Natuurkunde aan de Universiteit Gent. Hij behaalde zijn licentiaatsdiploma in 1996. In het jaar 2000 volgde een doctorstitel. Hij promoveerde op het werk Determination of the dynamical structure of elliptical galaxies by direct fits to spectra. Kort na zijn doctoraat ging hij een jaar aan de slag als onderzoeker aan het Astronomisches Institut van de Universität Basel in Zwitserland. Op dit ogenblik is hij postdoctoraal onderzoeker bij het Fonds voor Wetenschappelijk onderzoek-Vlaanderen. Hij is auteur of co-auteur van meer dan 40 A1-papers.


Leen Decin

ISO-SWS calibration and the accurate modelling of cool-star atmospheres

De laureaat voor de Henri Vanderlindenprijs 2004 is mevrouw Leen Decin. Zij diende een studie in, met als titel ISO-SWS calibration and the accurate modelling of cool-star atmospheres. Haar werk heeft betrekking op sterrenkundige waarnemingen in het infrarood gedaan door de Infrared Space Observatory (ISO)-satteliet.

Leen Decin (°1974) studeerde in 2000 af aan de KULeuven als doctor in de Wetenschappen. Zij was Aspirant bij het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek, Vlaanderen (FWO-Vlaanderen), verbonden aan het Instituut voor Sterrenkunde, Katholieke Universiteit Leuven. Sinds 2000 is zij Postdoctoraal Onderzoeker alsook bij het FWO-Vlaanderen en ook hetzelfde instituut.

Ze heeft opmerkelijke resultaten bekomen en is zo uitgegroeid tot een experte met een internationale erkenning in een domein van het actueel sterrenkundig ruimteonderzoek.


Hans Lodewijk Van Winckel

Chemische samenstellingen van optisch heldere post-agb-sterren.


Tim Van Hoolst

Resonances between two stellar oscillations modes with nearly equal frequencies; A model for the oscillations of the peculiar Cepheid HR 7308.


Christoffel Waelkens

Post-AGB-sterren met extreem afwijkende scheikundige samenstelling


Frank Verheest

Alfvén wave instabilities and solitions in comentary and solar systems plasmas