Fondsprijzen

De Fondsprijzen zijn prijzen die voortkomen uit de legaten die aan de Academie werden toevertrouwd.

 

Jan Gillis-prijs

Prijs voor een belangrijk oorspronkelijk werk i.v.m. de geschiedenis van het wetenschappelijk denken.
Bedrag voor deze prijs: 1250
Deze prijs wordt tweejaarlijks uitgereikt.

Oproep jaargang 2024: aanvragen zijn nog mogelijk en moeten ons bereiken voor 30-04-2024.
Prijs voor een belangrijk oorspronkelijk werk i.v.m. de geschiedenis van het wetenschappelijk denken.

Jolien Gijbels

The perils of birth: obstetrics, religion and medical ethics in Belgium (ca. 1830-1914).

Jolien Gijbels (°1991) is momenteel verbonden als Fulbright en BAEF fellow aan het Department of the History of Medicine van de Johns Hopkins University. Ze werkt er aan een postdoctoraal onderzoeksproject over de geschiedenis van (geïnformeerde) toestemming en gynaecologische operaties in de Verenigde Staten. Vanaf september 2023 neemt ze een mandaat op als postdoctoraal onderzoeker van het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek Vlaanderen om een vergelijkende studie te maken van de toestemmingspraktijken bij gynaecologische operaties in het 20ste-eeuwse Nederland en Frankrijk. Haar proefschrift verdedigde ze in 2021 aan KU Leuven, waar ze nadien werkzaam was als postdoc-toraal onderzoeker van de interne fondsen.

In haar proefschrift The Perils of Birth: Obstetrics, Religion and Medical Ethics in Belgium (ca. 1830-1914) heeft ze de rol van religie bij moeilijke bevallingen in het 19de-eeuwse België onderzocht. De gruwelijke realiteit van geboortes waarbij de levens van de moeder en haar ongeboren kind gevaar liepen, zette katholieke en liberale artsen aan tot nadenken over hun missie als arts en over de religieuze en morele implicaties van hun handelen. Dit proefschrift toont aan dat levensbeschouwelijk geïnspireerde debatten in wetenschappelijke kringen een ‘interne’ logica hadden. Discussies over moeilijke bevallingen werden amper beïnvloed door politieke uitspraken of ontwikkelingen. Artsen brachten hun religieuze overtuigingen alleen ter sprake in de context van inhoudelijke discussies over controversiële verloskundige ingrepen als medische abortus. Omgekeerd hadden zulke discussies ook invloed op medische praktijken. Morele en religieuze overwegingen waren vaak de motor achter de ontwikkeling van nieuwe verloskundige ingrepen en instrumenten. Door debatten en praktijken in onderlinge samenhang te bestuderen, maakt deze studie duidelijk wat het betekende om een katholieke of liberale arts te zijn in het 19de-eeuwse België.


Annelies Lannoy
UGent

Annelies Lannoy (°1984) studeerde klassieke filologie en behaalde haar doctoraat aan de UGent met een verhandeling over de positie van de Belgische godsdiensthistoricus Franz Cumont en zijn Franse collega Alfred Loisy in de polemische 19de-eeuwse debatten over de antieke mysterieculten en het vroege christendom (promotor D. Praet). Tijdens haar postdoctorale mandaten (FWO, aan de UGent) specialiseerde ze zich in de studie van wetenschappelijke correspondenties vanuit een multidisciplinair – historisch-sociologisch en historiografisch – perspectief. Ze verrichtte intensief archiefwerk (bv. in Rome, Vaticaan, Parijs) en deed onderzoeksverblijven aan de Academia Belgica en de Universiteit van Toulouse. Ze was de drijvende kracht achter de editie en studie van de correspondentie van Cumont en Loisy, gepubliceerd in de Mémoires van de Franse Académie des Inscriptions et Belles-Lettres: “Mon cher Mithra…” La correspondance entre F. Cumont et A. Loisy. Édition, introduction et notes par A. Lannoy, C. Bonnet et D. Praet (2019, 2 vol.). Als lid van het editiecomité van de Bibliotheca Cumontiana werkt ze mee aan de Scripta Minora reeks, waarin recent het volume Doura-Europos verscheen (eds D. Praet, T. Kaizer, A. Lannoy). Annelies Lannoy is gastprofessor in de godsdienstgeschiedenis aan de UGent. Naast haar onderwijsactiviteiten, doet ze momenteel vooral onderzoek naar de rol van antisemitisme in correspondenties van 19de- en 20ste-eeuwse godsdiensthistorici.

De voorgelegde monografie Alfred Loisy and the Making of History of Religions (De Gruyter 2020) toont aan hoe cruciaal correspondenties zijn voor ons begrip van het wetenschappelijk denken over het delicate onderwerp dat religie was (en is). Het werk behandelt de ontwikkeling van de godsdienstwetenschap in de vroege 20ste eeuw aan de hand van de correspondenties en publicaties van Alfred Loisy (1857-1940) en tijdgenoten zoals James G. Frazer en Marcel Mauss. In 1908 werd Loisy omwille van zijn kritisch religieonderzoek geëxcommuniceerd uit de katholieke Kerk, waarna hij een spilfiguur werd in de science laïque. Naast theoretische ontwikkelingen, biedt deze studie vooral origineel inzicht in de sterke verwevenheid tussen wetenschap, politiek, ideologie en religie.


Michiel Meeusen

Plutarch’s Science of Natural Problems. A Study with Commentary on Quaestiones Naturales.

Michiel Meeusen studeerde literatuurwetenschap aan de KU Leuven (PhD 2013). Hij specialiseert zich in antieke wetenschap en geneeskunde en de literatuur en cultuur van het Romeinse Rijk. Hij behaalde zijn doctoraat in de letterkunde aan de KU Leuven in 2013 met een proefschrift over Plutarchus’ Quaestiones Naturales, een verzameling van 41 natuurwetenschappelijke problemen die een brede waaier aan – soms eerder bijzondere – vragen behandelt betreffende de antieke Griekse fysica (met inbegrip van problemen over zoölogie, botanica, meteorologie en hun respectieve subdisciplines). De herziene versie van zijn proefschrift werd gepubliceerd in de Plutarchea Hypomnemata-serie van Leuven University Press (2016) met als titel: Plutarch’s Science of Natural Problems. A Study with Commentary on Quaestiones Naturales, waarmee hij werd uitgeroepen tot laureaat van de Jan Gillisprijs 2018. Door een grondige studie van en commentaar op deze algemeen veronachtzaamde tekst van de hand van één van de meest invloedrijke en productieve auteurs van de Oudheid te bieden, draagt dit boek bij aan ons beter begrip van Plutarchus’ natuurfilosofisch programma en de staat en de rol van antieke natuurwetenschap in het Romeinse Rijk meer in het algemeen. Hij heeft ook meegewerkt aan een nieuwe editie van Plutarchus’ tekst voor de prestigieuze Collection des universités de France, Série grecque (2018).

Als postdoctoraal onderzoeker van het FWO – Vlaanderen publiceerde Michiel Meeusen over het bredere genre van natuurwetenschappelijke en medische problemen, naar het model van de Aristotelische Natuurproblemen. Hij had daarbij speciale aandacht voor kwesties betreffende wetenschappelijke continuïteit, inventiviteit, innovatie en hun conceptuele interactie. Als onderdeel van dit project, nam hij onderzoeksverblijven op aan de Humboldt Universiteit in Berlijn en aan de Fondation Hardt in Genève. Aan King’s College London werkt hij momenteel aan een postdoctoraal project over de omloop van de Aristotelische Problemen in het Vroege Romeinse Rijk, gefinancierd door de British Academy. Dit project heeft als doel om een nieuw methodologisch kader te ontwikkelen waarbij auteurs en lezers worden geherpositioneerd in de geschiedenis van de antiek wetenschappelijke literatuur. Hij kreeg ook een beurs van het Center for Hellenic Studies (Harvard) voor het academiejaar 2016-17 om een deel van dit project uit te werken in de Verenigde Staten.


Wannes Dupont

Free-Floating Evils. A Genealogy of Homosexuality in Belgium

Wannes Dupont verricht momenteel onderzoek aan het geschiedenisdepartment van Yale University als Cabeaux-Jacobs Fellow van de Belgian American Educational Foundation. Vanaf september 2017 neemt hij een mandaat op als postdoctoraal onderzoeker van het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek Vlaanderen om een vergelijkende studie te maken van homofobie, morele restoratie en Koude Oorlogcultuur in West-Europa. Zijn doctoraat verdedigde hij in 2015 aan de Universiteit Antwerpen, waar hij achtereenvolgens werkzaam was als FWO-onderzoeker en als praktijkassistent. Momenteel is Wannes Dupont als co-auteur betrokken bij een publieksboek over de geschiedenis van homoseksualiteit in de Zuidelijke Nederlanden en België sinds de middeleeuwen, en redigeert hij een internationale studie over de aanloop naar en de impact van de encycliek Humanae Vitae in Europa.

In zijn proefschrift ‘Free-Floating Evils. A Genealogy of Homosexuality in Belgium’ heeft hij trachten te achterhalen welke factoren op elkaar hebben ingegrepen om te verhinderen dat homoseksualiteit in België een veelbesproken vraagstuk werd tijdens een periode waarin het in buurlanden als Duitsland, Nederland en Frankrijk wel veel stof deed opwaaien.

De stelling dat de negentiende eeuw in het Westen gekenmerkt werd door een explosie aan analytische en normerende vertogen over seksualiteit geldt inmiddels al zowat veertig jaar als een basisaxioma van de seksualiteitsgeschiedenis. Als het meest emblematische voorbeeld van dit axioma is vaak verwezen naar de manier waarop wetenschappers en vooral psychiaters aan het einde van die negentiende eeuw het label ‘homoseksualiteit’ in het leven hebben geroepen om er het pathologische anders-zijn van een onbegrepen groep zogezegde ‘abnormalen’ mee te benoemen. Deze ‘uitvinding’ of ‘uitdoktering’ van een geontologiseerde homoseksualiteit zou zich vanaf 1870 min of meer simultaan in het ganse Westen hebben voltrokken. Maar de nooit eerder onderzochte Belgische casus plaatst heel wat vraagtekens bij een dergelijke veralgemening. De meest wezenlijke en opmerkelijke vaststelling van het onderzoek is immers dat van een explosie aan vertogen over homoseksualiteit in België gedurende deze periode nauwelijks sprake was. Pas na de Tweede Wereldoorlog zou het onderwerp er onder de aandacht komen. In dit proefschrift is dan ook vooral een poging gedaan om te achterhalen welke factoren op elkaar hebben ingegrepen om te verhinderen dat homoseksualiteit in België een veelbesproken vraagstuk werd tijdens een periode waarin het in buurlanden als Duitsland, Nederland en Frankrijk wel veel stof deed opwaaien.


Steffen Ducheyne
Steffen Ducheyne (°1979) studeerde achtereenvolgens wijsbegeerte en Postgraduate Studies in Logic, History and Philosophy of Science in Gent. Als FWO-aspirant promoveerde hij in 2006 met een studie over de wetenschappelijke methodologie van een aantal zeventiende-eeuwse natuurfilosofen (o.m. Isaac Newton). Tijdens zijn postdoctoraal onderzoek verdiepte hij zich verder in de ontwikkeling van de wetenschappelijke methode tijdens de achttiende en negentiende eeuw. Hij was o.m. Scaliger fellow aan de Universiteit Leiden en meermaals visiting scholar aan de University of Cambridge. Aan deze laatste universiteit bestudeerde hij tijdens het academiejaar 2008-2009 uitvoerig de manuscripten van Isaac Newton. Het is op basis van dit onderzoek dat zijn monografie over Newtons wetenschappelijke methodologie, The main Business of Natural Philosophy: Isaac Newton’s Natural-Philosophical Methodology, Springer, 2012, tot stand kwam, waarvoor hij wordt uitgeroepen tot laureaat van de Jan Gillisprijs 2014.

Steffen Ducheyne ontving eerder verscheidene belangrijke onderscheidingen, waaronder in 2011 de Belgian American Educational Foundation Alumni Award in de Humane Wetenschappen. Sinds datzelfde jaar is hij als onderzoeksprofessor verbonden aan de Vrije Universiteit Brussel, Centrum voor Logica en Wetenschapsfilosofie. Hij presenteerde zijn onderzoek meermaals op internationale congressen en publiceerde in diverse toonaangevende tijdschriften. Zijn onderzoek wordt gekenmerkt door een radicale integratie van historisch onderzoek, dat o.m. gebaseerd is op gedetailleerd archiefwerk enerzijds en filosofisch-systematische analyse anderzijds. De combinatie van beiden brengt een vruchtbare dynamiek tot stand waarbij wetenschapshistorische gegevens de basis vormen voor filosofisch-systematische reflectie en waarbij filosofisch-systematische reflectie het bestuderen van wetenschapshistorische gegevens stuurt.

Vera Hoorens

Een ketterse arts voor de heksen: Jan Wier (1515-1588)

Vera Hoorens (°1963) is doctor in de psychologie en in de letteren. Na haar promotie in de psychologie (KU Leuven, 1990) werkte ze als docent aan de Rijksuniversiteit Groningen en als hoofddocent aan de Universiteit van Tilburg. Vandaag werkt ze als hoogleraar sociale psychologie aan de KU Leuven. Haar biografie van Jan Wier is haar doctoraat in de letteren (Rijksuniversiteit Groningen, 2011). Ze raakte geboeid door de figuur van Jan Wier, en via hem in medische en zestiende-eeuwse religie- en cultuurgeschiedenis, toen ze in Tilburg woonde, waar een Jan Wier Ziekenhuis gevestigd was. Nu, zestien jaar later, is de fascinatie nog altijd even groot zodat ze zich naast haar sociaalpsychologische onderzoek en onderwijs blijft verdiepen in het leven, het werk en de tijd van Jan Wier.

Uit het rapport van de jury: "Het werk geeft het verhaal van een arts die een begin maakte met de wetenschappelijk gefundeerde bestrijding van de heksenvervolgingen, en tevens duidelijk de overgang maakte van speculatieve naar proefondervindelijke geneeskunde. Omwille van het innovatieve van het onderwerp en de aangenaam lezende verhaaltrant komt dit werk zeker in aanmerking voor bekroning. Bovendien handelt dit werk over een Nederlandstalig arts-onderzoeker en diens invloed destijds in Europa."


Jan Vandersmissen

Koningen van de wereld. De aardrijkskundige beweging en de ontwikkeling van de koloniale doctrine van Leopold II.

Jan Vandersmissen (°1970) is doctor in de geschiedenis. Momenteel is hij als FRFC onderzoeker verbonden aan het Centre d’Histoire des Sciences et des Techniques van de Universiteit Luik. Zijn publicaties handelen over verschillende aspecten van de koloniale geschiedenis en de wetenschapsgeschiedenis.

Hij promoveerde in 1992 onder leiding van Prof. dr. John Everaert tot licentiaat in de geschiedenis aan de Universiteit Gent met een proefschrift over de visie op Barbarije in Noord- en Zuid-Nederlandse reisverhalen uit de 16de en 17de eeuw.

Van 1995 tot 2007 werkte Jan Vandersmissen als wetenschappelijk medewerker bij het Nationaal Comité voor Logica, Geschiedenis en Filosofie van de Wetenschappen te Brussel. Onder leiding van Prof. dr. Robert Halleux en met de medewerking van talrijke leden van het Comité legde hij zich toe op de redactie van het driedelige overzichtswerk Geschiedenis van de Wetenschappen in België, en werkte hij mee aan verschillende tentoonstellingen, wetenschappelijke bijeenkomsten en publicaties. Hij was tevens redactieassistent van het tijdschrift Scientiarum Historia.

Gepromoot door Prof. dr. Luc François behaalde hij in 2008 het doctoraat in de geschiedenis aan de Universiteit Gent met het proefschrift Koningen van de wereld. De aardrijkskundige beweging en de ontwikkeling van de koloniale doctrine van Leopold II. Deze studie werd in 2009 in boekvorm uitgegeven bij Acco te Leuven.

In zijn recent werk focust Jan Vandersmissen op de geschiedenis van de wetenschappelijke exploratie in de lange termijn, met klemtonen op Franse, Britse en Russische academische reizen van de vroegmoderne tijd tot de 19de eeuw en hun relatie tot de ontwikkeling van de toegepaste wetenschappen in Europa. Hij publiceert ook regelmatig over de wisselwerking tussen wetenschap en koloniaal bestuur in Afrika in de late 19de en vroege 20ste eeuw.


Ad Meskens
Nicole van der Auwera

Verhandeling over de Arithmetika van Diophantos

Voor het eerst in de geschiedenis van het fonds wordt de prijs aan twee auteurs toegekend. Ad Meskens en Nicole van der Auwera schreven samen het werk Verhandeling over de Arithmetika van Diophantos. De jury loofde de bijzondere wetenschappelijke prestatie om deze moeilijke en complexe tekst uit het Grieks te vertalen en daarnaast ook een hedendaagse algebraïsche herschrijving ervan te bieden.

Nicole van der Auwera (°1961) studeerde in 1983 af aan de Vrije Universiteit Brussel als licentiate Klassieke Filologie. Ze is auteur van enkele artikelen rond het gebruik van wetenschappen in de lessen klassieke talen. Ze publiceerde twee handboeken Grieks en werkt momenteel samen met enkele collega's aan de uitgave van een reeks handboeken Latijn. Ze is lid van de leerplancommissies klassieke talen van het GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap. Sinds 1998 geeft ze les aan het Koninklijk Atheneum Pitzemburg in Mechelen. Samen met haar echtgenoot, Ad Meskens, publiceerde ze een inleiding met vertaling van Apicius' De Re Coquinaria.

Ad Meskens (°1962) studeerde in 1984 af als licentiaat wiskunde aan de vrije Universiteit Brussel. In 1994 behaalde hij er de titel van doctor in de wetenschappen op het proefschrift 'Wiskunde tussen renaissance en barok, wiskundebeoefening te Antwerpen 1550- 1620', dat door de Stadsbibliotheek Antwerpen werd uitgegeven. De heer Meskens is momenteel lector wiskunde en fysica aan de lerarenopleiding van de Artesis Hogeschool Antwerpen. Van 1987 tot 1994 was hij hoofdredacteur van 'Wiskunde en Onderwijs', het tijdschrift van de Vlaamse Vereniging Wiskundeleraars. Hij is nog steeds bestuurslid van de vereniging en redacteur van het tijdschrift.
Hij publiceerde en publiceert zowel op het gebied van de didactiek van de wiskunde als van de geschiedenis van de wiskunde. Hij was conservator voor de tentoonstelling 'Familia Universalis: Coignet' die in 1999 in het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten te Antwerpen plaats had. Zijn biografie van de Antwerpse jezuïet-wiskundige Jan- Karel della Faille werd in 2005 gepubliceerd door de Academia Belgica.
Daarnaast is hij actief op het gebied van wetenschapspopularisering en heeft enkele projecten wetenschapsinformatie gerealiseerd waarvan 'Reflecties van de Vlaamse Primitieven', een reizende interactieve tentoonstelling rond optica, de meest recente is


Noël Golvers

Ferdinand Verbiest, S.J. (1623-1688) and the Chinese Heaven

Noël Golvers (°1950) studeerde, na de Oude Humaniora, Klassieke Filologie aan de KULeuven, waar hij Licentiaat werd in 1975 en Doctor in 1984 op het proefschrift De toponymie van de antieke Sabina (DGO), bekroond door de KVAB in 1990 en in 1987 reeds in de Reisbeurzenwedstrijd van de Vlaamse Regering. Momenteel is hij verbonden gedeeltelijk als lector Latijn aan de Katholieke Hogeschool Leuven, Departement Lerarenopleiding (Campus Heverlee), en gedeeltelijk als Research Fellow van de F. Verbiest Stichting van de KULeuven. In deze hoedanigheid is zijn voornaamste onderzoeksdomein de aanwezigheid van Vlaamse jezuïeten in China in de 17e en 18e eeuw, meer bepaald de studie naar de historische bronnen over de intellectuele en spirituele achtergrond van de jezuïeten en hun bijdrage tot de transmissie van Westerse wetenschappen (astronomie, mechanica, cartografie, filosofie, geneeskunde…) naar het Verre Oosten, en vice versa. Hij publiceerde hierover in binnen- en buitenland, waaronder drie boeken die ook vertaald werden in het Chinees, Grieks, Italiaans, Pools en Portugees. Hij bereid de uitgave voor van twee tot dusver onbekende Latijnse astronomische handschriften van F. Verbiest en een studie over de (Westerse) boekcultuur van de jezuïeten in China tijdens de 17e en 18e eeuw.


Steven Vanden Broecke

The Limits of Influence. Astrology at Louvain University 1520-1580.

De Gillisprijs 2002 wordt uitgereikt aan Steven Vanden Broecke voor de studie "The Limits of Influence. Astrology at Louvain University 1520-1580". Dat juist een studie over astrologie wordt bekroond is binnen het kader van deze prijs misschien niet vanzelfsprekend. Ter motivering citeren we daarom uit één van de verslagen het volgende: "de astrologie in de 15-16de eeuw was een onderzoeks- en speculatieterrein met vele vertakkingen en met verstrekkende gevolgen voor het wereldbeeld van de Westerse mens". Vanden Broecke bestudeert vanuit de middeleeuwse geest, die voor ons zo onwetenschappelijk aandoet, tot de moderne wetenschap waarin de Copernicaanse astronomie zijn plaats vond, waarin de wetenschappelijke bevindingen van figuren als Mercator, Vesaliius en Gemma Frisius het leven zagen, die voor eeuwen de wetenschappelijk kritiek doorstonden. Steven Vanden Broecke studeerde Geschiedenis aan de KULeuven (doctoraat in 2000) en is momenteel Postdoctoral Fellow aan de John Hopkins University, department of History of Science, Medecine and Technology, Baltimore, USA.


H. Lietaer

Psychoanalyse en wetenschappelijke methode: een bijdrage tot het Grünbaum-debat


L.J. Vandewiele

Geschiedenis van de farmacie in België


R. Calcoen

Inventaire des manuscripts scientifiques de la Bibliothèque Royal Albert I


L. Elaut (postuum)

Gentse ziekenhuizen. Het leven van de Gentse ziekenhuizen vanaf hun onstaan tot op heden.


R.A. Blondeau

Mandarijn en astronoom Ferdinant Verbiest, S.J. (1623-1688) aan het hof van de Chinese Keizer



F. Verbruggen

Cognitieve dissonantie en phlogistonkontroverse.


J.W. Van Spronsen

The Periodic System of Chemical Elements. A history of the first hundred years.