In memoriam Herman Sabbe
In memoriam Herman Sabbe
Erelid van de Klasse Kunsten.
Geboren te Brugge op 24 augustus 1937, overleden op 15 november 2024 te Brugge.
Uit de herinneringen van Jelle Dierickx:
Op de vraag “Wat is muziek?” schrijft Herman Sabbe: “Muziek is een spel met klanken, dat door mensen als zinvol wordt ervaren. (…) In ‘muziek’ neemt mededeling van gevoelstoestanden en uitdrukking van lichamelijke gesteldheden een groter aandeel dan in de taal. Voor het welzijn van de menselijke samenleving is muzikale communicatie daarom even onmisbaar als verbale.”.
Herman Sabbe heeft als wetenschapper, docent, musicus en spelende mens deze discussie aangewakkerd waar en wanneer hij maar kon. Deze doctor in de rechten, uitmuntende cellist, doctor en uiteindelijk professor in de musicologie, fervent wielrenner, echtgenoot, (groot)vader en liefhebber van een goede picon vin blanc wist in zijn geschriften en voordrachten een diepgaand onderzoek en een scherpe analyse te koppelen aan een sprankelend taalgebruik. Een zekere schalksheid was daarbij zelden ver weg, al dan niet tussen de regels. Af en toe moest en zou er buiten de lijntjes gekleurd worden. In dit beredeneerd-passionele kleuren met woorden en klanken poogde hij om de traditionele scheiding tussen historische en systematisch-theoretische muziekwetenschap te overwinnen. Dit mede in het teken van de uitbouw van muziekwetenschap tot cultuurwetenschap. Hij onderzocht daarbij muziek als autonome kunst, in verbinding met andere kunsten én in de culturele historiciteit. Nooit werd de mens als homo musicus vergeten. Te begrijpen als “muziekmaker”. Homo musicus. Over Muziek als Evolutionaire Adaptatie (Academiae Analecta, Brussel, 2010) is niet toevallig de titel van het laatste grootschalige essay van de hand van deze ‘sabio con brio’, zoals dichter Jan van der Hoeven hem liefdevol noemde. Alle boeken, cursussen, radio-uitzendingen, kritieken en essays opsommen die daarvoor ontstonden, zou een geweldige lijst opleveren. Een paar mijlpalen:
Het muzikale serialisme als techniek en als denkmethode (Rijksuniversiteit Gent, 1977), zijn tweede doctoraat - na dat in de rechten - gaat uit van composities van de Belgische componisten Karel Goeyvaerts, Lucien Goethals en Henri Pousseur. In Wie die Zeit verging: die Einheit der Stockhausen-Zeit (Text+Kritik, München, 1981) en György Ligeti: Studien zur kompositorischen Phänomenologie (Text+Kritik, München, 1987) gaan muziektheorie, formele analyse en hermeneutische interpretatie hand in hand. De waaier aan denkpistes die hij verkent, komen uiteindelijk samen in het boek All that music!: een antropologie van de Westerse muziekcultuur (Acco, Leuven, 1996).
Terwijl die boekenweelde ontstaat, verschijnen onder zijn wakend oog onder andere ook de zes delen van de inmiddels beruchte reeks Documenta Musicae Novae, richt hij in 1972 samen met André Laporte de Belgische afdeling van de International Society for Contemporary Music op, creëert hij als cellist tal van nieuwe composities, is hij redacteur van onder andere Interface (het latere Journal of New Music Research), is hij muziekcriticus voor de Kunst- en Cultuuragenda en is hij één van de pijlers van het Instituut voor Psychoacustica en Elektronische Muziek. Tijdens het plegen van al die wapenfeiten verliest hij nooit zijn studenten uit het oog. Meerdere generaties kunstwetenschappers en musicologen werden door zijn onderzoek, geschriften en voordrachten aangemoedigd om de eigen standpunten en vraagstukken nog scherper te stellen.
In zijn laatste essay beantwoordt hij de vraag “Waarom is muziek?” als volgt: “Indien er een activiteit is die, globaal beschouwd, de verzamelde fylogenetische lagen in het menselijk brein: onze meest primitieve, instinctuele aanleg én onze meest spirituele aspiraties kan aanspreken, is het wel de muziek. Zodoende houdt muziek de kansen gaaf op overleving van de soort in de evolutie. (…) Zolang de menselijke soort zoals we haar vandaag kennen bestaat, zal muziek bestaan en evolueren – verdraaiingen van de boodschap door de boodschappers zijn ten dezen (zoals voorheen reeds geopperd) heilzaam. Er zullen altijd helderhorenden zijn die de muziek van de toekomst kennen.”.
Herman Sabbe werd lid van de KVAB in 1999 en erelid in 2012. De afscheidsplechtigheid vond plaats in intieme kring.