Warmtenetten op lage temperatuur
Debat
Paleis der Academiën, Brussel
Organisatie
Om de CO2-doelstellingen te halen die Europees opgelegd worden, hebben vele burgemeesters het convenant of mayors ondertekend en zich verbonden tot een vergaande CO2-neutraliteit van steden en gemeenten. Naast de uitstoot van verkeer is, in het stedelijke weefsel, de verwarming verantwoordelijk voor het merendeel van de uitstoot.
In vele steden en gemeenten leeft dan ook de vraag naar een verwarmingsvorm die geen bijkomende CO2-uitstoot genereert. Ze kijken dan ook met enige afgunst naar de Scandinavische landen en ook Nederland waar warmtenetten een belangrijke plaats innemen in het verwarmingsaanbod. De meeste van deze netten worden gevoed met warmte vanuit de industrie, de afvalverbranding en de elektriciteitsproductie via warmtekrachtkoppeling. Daardoor worden huizen, kantoren, scholen en ziekenhuizen verwarmd zonder bijkomende CO2-uitstoot. Daarnaast draagt deze aanpak ook bij tot de vermindering van het primair energiegebruik.
De vraag die vandaag op tafel ligt is dan ook: “Is deze technologie ook bruikbaar in Vlaanderen en welke zijn de randvoorwaarden om tot rendabele projecten te komen?” Twee sprekers lichten deze thematiek toe vanuit een technische, economische en juridische bril en schetsen aan de hand van de eerste pilootprojecten de realiseerbaarheid ervan in Vlaanderen. Tijdens het panelgesprek dat volgt, wordt dieper ingegaan op aspecten zoals regulering, de competitie met de bestaande gasnetten en de warmtepompen.
29-09-2016