Laureaat van de Klasse Technische wetenschappen
De prijs Laureaat van de Klasse van de Technische wetenschappen is een van de meest prestigieuze prijzen van de Academie. Jonge, beloftevolle onderzoekers (tot 40 jaar), waarvan de hoofdactiviteit in Vlaanderen gesitueerd is, komen hiervoor in aanmerking.
De prijs wordt jaarlijks uitgereikt in de Technische wetenschappen, in alle disciplines.
Zijn baanbrekende onderzoek op het gebied van mobiele real-life hersenmonitoring heeft verschillende innovatieprijzen gewonnen, waaronder de prestigieuze Mobile Brain Body monitoring Prijs (2017), de Martin Black Prijs voor het beste artikel in Physiological Measurements (2019) en in de IEEE EMBS Benelux award voor beste paper op biomedisch gebied (2021).
Hij heeft een sterke interesse in het bereiken van impact door translationeel onderzoek, hij is programmadirecteur van het medische innovatieprogramma Design4Health en heeft adviesrollen vervuld bij spin-offbedrijven in de gezondheidszorg rond het gebruik van AI-oplossingen in hun productportfolio. Recent coördineert hij de R&D-activiteiten bij ArtiQ. Hij is associate editor voor Frontiers in Artificial Intelligence en IEEE Journal of Biomedical Health Informatics en lid van de editorial board van Journal of neural engineering en Nature Digital Health. Sinds 2022 is hij lid van de Hoge Gezondheidsraad in België. Hij is chair van een Europese COST action en organiseert regelmatig workshops en internationale AI competities in zijn domein.
Het onderzoek van Prof. Verhulst werd ondersteund door een prestigieuze ERC Starting Grant en een daaropvolgende Proof-of-Concept beurs. Recent werd ze een EU Innovation Council (EIC) Transition beurs toegekend die haar onderzoeksgroep inzet om de ontwikkelde hoortechnologieën naar de patiënt en markt te brengen. Ook leidt ze twee FWO-basisonderzoeksprojecten met als doel enerzijds bio-geïnspireerde technieken voor machinaal horen te ontwikkelen, en anderzijds numerieke modellen van de auditieve hersensignalen te ontwerpen. Sarah was hoofdonderzoeker in verschillende internationale onderzoeksnetwerken, zoals een DFG-prioriteitsprogramma, en coördineert een ERA-NET Neuron netwerk dat zes Europese partners omvat.
Sarah is lid van de Jonge Academie, editor voor de Acoustical Society in America en werd recent verkozen als board member van YASAS (Young Academies Science Advice Structure). Ter bekroning van haar onderzoek won ze de 2016 Niedersachsen Wissenschaftspreis (Kat.II) en de 2018 Young Investigator Spotlight award van de Auditory Neuroscience Community (APAN).
Bart Vermang (°1981) studeerde af als fysicus aan de UGent, waar zijn
interesse voor hernieuwbare energie en wetenschappelijk onderzoek werd
gewekt tijdens een Erasmus laatste jaar aan de NTNU in Noorwegen
(Norwegian University of Science and Technology).
Zijn
onderzoekscarrière begon met een doctoraat in de ingenieurswetenschappen
aan de KU Leuven, waar hij onderzoek deed naar de optimalisatie van
silicium zonnecellen en hiervoor werd bekroond met de imec PhD
Excellence Award. Daarna trok hij met een Marie Skłodowská-Curie
postdoctorale beurs op zak naar de Universiteit van Uppsala in Zweden om
er dunne film zonnecellen te bestuderen. Hij verbleef er 2,5 jaar en
keerde toen met een FWO postdoctoraal mandaat terug naar de KU Leuven om
er tandem zonnecellen te ontwikkelen. Deze brede kennis in zonne-energie
materialen gaf Bart innovatieve ideeën op de grens tussen verschillende
zonnecel technologieën, en resulteerde in een ERC Starting Grant in 2016.
Dit
was de start van een eigen onderzoeksteam dat hij verder liet groeien
tot meer dan 20 onderzoekers dankzij een sterk internationaal netwerk en
vele Europese projecten. Dit team focust op de ontwikkeling van dunne
film materialen voor hernieuwbare energie applicaties. Vooral voor
fotovoltaïsche doeleinden, maar sinds kort ook foto-elektrochemische
toepassingen. De finale doelstelling is om betere integratie van deze
energietoepassingen mogelijk te maken, waarbij performantere
applicaties, het gebruik van goedkopere materialen en/of processen, of
extra flexibiliteit in/van het finale product typische drijfveren zijn.
Dit onderzoek gebeurt aan de UHasselt en imec, en maakt ook deel uit van
initiatieven zoals EnergyVille en Solliance.
Sinds 2017 is Bart
professor aan de UHasselt, en sinds 2021 program manager van alle
fotovoltaïsche activiteiten bij imec. Verder maakt hij ook deel uit van
de Jonge Academie, het operationele bestuur van EnergyVille, het bestuur
van BERA (Belgian Energy Research Alliance), en de redactieraad van het
vakblad Solar Energy Materials and Solar Cells (Elsevier).
Tom Defoirdt voert strategisch en toegepast onderzoek uit naar de
ontwikkeling van antivirulentie therapie, een nieuwe strategie waarbij
de ziekteverwekkers “ontwapend” worden in plaats van afgedood. Daarbij
wordt uitgegaan van een holistische ingenieursaanpak, waarbij niet enkel
de ziekteverwekker beschouwd wordt, maar ook de omgeving en waarbij er
eveneens een nadruk gelegd wordt op kwantitatieve aspecten.
Het
doel van zijn onderzoek is om nieuwe technologieën te ontwikkelen voor
het management van bacteriële ziekten, met voornaamste toepassing in de
aquacultuur. Daartoe verricht hij strategisch en toegepast onderzoek
rond volgende thema’s: - Management van bacteriële activiteit, met name
antivirulentie therapie (het “ontwapenen” van pathogenen) - Begrijpen en
sturen van bacteriële signaal- en detectiesystemen - Ecologie en
evolutie van bacteriële pathogenen - Aquacultuur microbiologie, Vibrio’s
- Blauwe biotechnologie (met name ontwikkeling van toepassingen
gebaseerd op mariene organismen of hun metabolieten ter bestrijding van
bacteriële ziekten)
Steven heeft een Master Informatica aan de Universiteit Gent en behaalde in 2011 met een beurs van het FWO zijn doctoraat in de Ingenieurswetenschappen: Computerwetenschappen, tevens aan de Universiteit Gent. Zijn doctoraat werd door de IEEE bekroond tot beste doctoraat in zijn vakgebied in 2012. Tevens ontving hij verschillende Young Professional awards van onder meer IEEE CNOM en IEEE COMSOC. Sinds 2013 is hij als professor verbonden aan de Universiteit Antwerpen. Steven is ook lid van de Jonge Academie, waar hij zich voornamelijk heeft ingezet op wetenschapscommunicatie. Zo was hij één van de trekkers van de Week van het Weten (wetenschapsspecial van De Standaard), was hij van bij de start betrokken bij de Universiteit van Vlaanderen en geeft hij regelmatig voordrachten over zijn onderzoek aan een breed publiek.
Gunther Roelkens (Gent, 1979) is hoogleraar fotonica in de Photonics Research Group aan de faculteit ingenieurswetenschappen en architectuur van de Universiteit Gent. Hij leidt er een groep van ongeveer 25 predoctorale en postdoctorale onderzoekers. Hij doet onderzoek naar optische chips gebaseerd op siliciumtechnologie aangevuld met de integratie van andere halfgeleidermaterialen (hoofdzakelijk III-V halfgeleiders). De toepassingen van deze chips gaan van optische zender/ontvangers die het internet van vandaag mogelijk maken tot slimme optische sensoren die bijvoorbeeld onze luchtkwaliteit en waterkwaliteit monitoren of zelfrijdende auto’s mogelijk maken. Verwacht wordt dat dergelijke chips in de toekomst een essentiële rol gaan spelen in ons dagdagelijkse leven. Hij was houder van een European Research Council (ERC) starting grant om onderzoek naar mid-infrarood spectroscopische sensoren op te starten. Zijn werk heeft geleid to meer dan 600 publicaties en 15 patenten.
Marian studeerde micro-elektronica aan de Faculteit ingenieurswetenschappen van de KU Leuven. In 2008 behaalde ze er haar doctoraat met een beurs van het FWO-Vlaanderen. Tijdens haar doctoraat verbleef ze ook gedurende 1 trimester aan UC Berkeley in San Francisco. Na haar doctoraat vervoegde ze het computer bedrijf Intel in Portland, OR, USA. Ze is sinds oktober 2012 professor aan haar Alma Mater.
Naast haar wetenschappelijk werk, heeft Marian heeft een sterke passie voor wetenschapscommunicatie, in het bijzonder naar jongeren en meisjes toe. In dit kader is ze lid van de Jonge Academie van België, oprichter van KU Leuven's Innovation Lab, de huis-ingenieur van Het Lichaam van Coppens, podcaster samen met Lieven Scheire, Coder Dojo fan, en in het verleden lid van het Vlaamse STEM platform.
Korneel Rabaey (Veurne, 1977) studeerde Bio-ingenieur Milieutechnologie aan de UGent. Hierna behaalde hij aan de UGent zijn doctoraat over zogenaamde microbiële brandstofcellen. Met deze technologie kan men rechtstreeks uit afvalwater en organisch materiaal elektriciteit produceren, maar ook andere processen verkrijgen zoals energie-efficiënte productie van chemicaliën. Na dit doctoraat (2005) vertrok hij voor bijna 6 jaar met het gezin naar Brisbane, in Australië. Daar werkte hij aan het Advanced Water Management Centre (The University of Queensland) met zijn groep rond elektriciteit als drijver van microbiële processen. In die periode groeide ook de interesse in hoe dergelijke microbiële processen de natuurlijke omgeving beïnvloeden. In 2011 keerde hij terug naar België, waar hij nu als hoogleraar verbonden is aan het Centrum voor Microbiële Ecologie en Technologie. Hij leidt er een groep van 25 predoctorale en postdoctorale onderzoekers en verdiept zich in thema’s zoals fermentatie van nevenstromen, sanitatie van toiletten in ontwikkelingslanden, microbiële conversie van CO2 naar organische producten en efficiënte waterzuivering. Telkenmale gebruikt zijn team elektriciteit als drijver van het proces, dit om het gebruik van chemicaliën te vermijden of te minimaliseren. Dit werk heeft geleid tot een 150-tal publicaties, internationaal erkend via onder andere een ISI Highly Cited status en een reeks internationale keynotes. Korneel Rabaey is momenteel lid van de Jonge Academie, en was tot voor kort president van de International Society for Microbial Electrochemistry and Technology.
Wim Van Paepegem is hoogleraar in de onderzoeksgroep "Mechanica van
Materialen en Constructies" aan Universiteit Gent. Samen met zijn
collega Joris Degrieck leidt hij een team van ca. 30 onderzoekers in het
domein van de mechanica van composietmaterialen. Composietmaterialen
zijn typisch kunststoffen, versterkt met koolstof- of glasvezels, die
gebruikt worden in o.a. luchtvaartonderdelen, windturbinebladen,
racefietsen, automobielcomponenten, etc.
Deze materialen worden
in zijn labo onderworpen aan een breed pallet van belastingen, gaande
van vogelimpact (luchtvaart) over energie-absorptie (crash van wagens)
tot vermoeiing (windturbines). Er worden nieuwe testopstellingen
ontworpen en steeds nieuwe meetmethodes en sensoren ontwikkeld, om de
vervormingen en eventuele schade van materialen te meten.
Daarnaast
is er een groot onderzoeksluik rond numerieke simulatiemethodes om het
mechanisch gedrag van deze materialen te voorspellen. Op die manier
kunnen industriële componenten veel sneller en beter ontworpen worden,
met een minimum aan experimenten die vaak duur en tijdrovend zijn.
Tenslotte
werkt de groep ook op een aantal andere materialen, zoals 3D-geprinte
materialen, schuimen en gelaagd glas.
In zijn onderzoeksactiviteiten
werkt hij nauw samen met internationale en lokale bedrijven, zoals
Siemens, Honda, Suzlon, Eastman Chemicals, Techspace Aero, Materialise,
Eddy Merckx Cycles,… Binnenkort wordt ook het vierde spin-offbedrijfje
van de onderzoeksgroep opgericht.
Wim Van Paepegem werd reeds
meermaals onderscheiden voor zijn onderzoek. In 2008 werd hij verkozen
tot beste jonge Europese onderzoeker in composietmaterialen en in 2011
kreeg hij van zijn eigen universiteit de Prometheusonderscheiding voor
onderzoek. Hij ontving ook de Ruben van Schalkwijkprijs in Nederland in
2011 en zijn groep was mede-winnaar van de JEC award in Parijs in 2009
en 2015. Hij is auteur van 150 internationale publicaties, promotor van
18 verdedigde en 14 lopende doctoraten en coördinator van het
valorisatie-consortium "Composites" aan UGent.
Bart Merci (°1975) leidt de onderzoeksgroep Verbranding, Brand en
Brandveiligheid in de Vakgroep Mechanica van Stroming, Warmte en
Verbranding (UGent, Faculteit Ingenieurswetenschappen en Architectuur).
In
die groep wordt baanbrekend onderzoek verricht naar het gebruik van
computersimulaties om het verloop van een brand in gebouwen te
doorgronden en zelfs te voorspellen. Speciale aandacht gaat uit naar de
studie van vlammen en de beweging van rook, o.a. onder impuls van
ventilatiesystemen. Recent deden hij en zijn team onderzoek inzake het
voorspellen van een ontwikkelende brand, met behulp van onder meer
videogegevens, afkomstig van bewakingscamera’s, wat erg nuttig kan zijn
voor brandweerploegen op weg naar een interventie. In samenwerking met
de brandweer worden ook geregeld experimenten uitgevoerd onder de vorm
van reële branden op ware grootte.
Merci behaalde in 1997
het diploma van burgerlijk werktuigkundig-elektrotechnisch ingenieur aan
de UGent. Hij werd aangesteld aan de UGent als deeltijds docent in 2004
en benoemd tot voltijds hoofddocent in 2009 en hoogleraar in 2012.
Hij
is voorzitter van de Belgian Section of the Combustion Institute en lid
van het Uitvoerend Comité van de International Association for Fire
Safety Science. Hij is oprichter en coördinator van de International
Master of Science in Fire Safety Engineering en coördineert de
Postgraduate studies in fire safety engineering aan de UGent. Prof.
Merci is de academisch verantwoordelijke van de spin-off Fire Engineered
Solutions Ghent, een studiebedrijf rond brandveiligheid.
Het onderzoek van Nico Boon is zowel fundamenteel als ingenieursgericht. Enerzijds introduceert hij met zijn onderzoeksteam de microbiële ecologie in de ingenieurswereld en bestudeert hij het sturen van biotechnologische processen. Anderzijds heeft zijn onderzoek ook een sterke ingenieurscomponent, en is gericht op de verwijdering van recalcitrante componenten uit afvalwaters, natuurlijke waters en bodems. Zijn wetenschappelijk werk heeft tot dusver geleid tot een 250-tal publicaties. In 2006 werd hij benoemd tot docent van de faculteit Bio-ingenieurswetenschappen aan de UGent. Sinds 2011 is hij hoofddocent en vakgroepvoorzitter van het Laboratorium voor Microbiële Ecologie en Technologie (LabMET).
Dries Van Thourhout (°1972) behaalde in 1995 het diploma burgerlijk natuurkundig ingenieur aan de UGent. Als IWT-bursaal behaalde hij in 2000 zijn doctoraatsdiploma in de onderzoeksgroep fotonica van Prof. Roel Baets. Daarna verbleef hij 2 jaar als postdoctoraal onderzoeker in het gerenommeerde Bell Laboratories in Crawford Hill, NJ, USA. Zowel tijdens zijn doctorale als postdoctorale studies werkte hij aan de realisatie van nieuwe types geïntegreerde meergolflengte lasers in InP.
In 2002 vervoegde hij opnieuw de onderzoeksgroep fotonica van de UGent, met de steun van een DWTC-terugkeermandaat, waar hij in 2004 docent werd. De onderzoeksgroep fotonica bouwde sinds 2000 samen met imec een belangrijke onderzoekslijn uit in het gebied van de geïntegreerde fotonica in silicium, een veel goedkoper en gemakkelijker te bewerken materiaal dan het InP gebruikt voor eerdere circuits. Het werk van Dries Van Thourhout en zijn medewerkers bouwde hier op verder. Ondanks al zijn voordelen is de functionaliteit van silicium voor optische toepassingen vrij beperkt. Daarom onderzocht hij hoe die functionaliteit door de integratie met nieuwe types materialen gevoelig kon worden verhoogd. Dries Van Thourhout coördineerde verschillende grootschalige Vlaamse en Europese projecten binnen dit domein en in 2011 ontving hij een ERC-startkrediet voor het uitwerken van een nieuwe onderzoekslijn met een focus op optische componenten met nog lager energieverbruik.
Dries Van Thourhout werd in 2012 bevorderd tot hoogleraar. Hij is daarnaast ook verbonden aan imec en is Associate Editor van het wetenschappelijk tijdschrift IEEE Photonics Technology Letters. Hij is auteur of coauteur van meer dan 140 publicaties in internationale tijdschriften.
Michaël De Volder (° 1978) studeerde af als Burgerlijk Werktuigkundig Elektrotechnisch Ingenieur aan de KULeuven in 2002, en begon er vervolgens zijn doctoraatsopleiding als IWT-bursaal onder begeleiding van Prof. D. Reynaerts. In het kader van zijn doctoraat werkte hij aan de ontwikkeling van microaandrijvingen voor medische instrumenten, en verbleef hij aan het Tokyo Institute of Technology in 2005. In 2007 behaalde hij zijn doctoraat, en hij voert sindsdien onderzoek naar de integratie van koolstof nanomaterialen in microsystemen aan zowel de KULeuven als IMEC, dit als FWO postdoc mandataris.
In het kader van zijn postdoc mandaat verbleef Michaël De Volder tevens aan prestigieuze universiteiten, waaronder het Massachusetts Institute of Technology (MIT), de University of Michigan, en momenteel verblijft hij aan Harvard University. Hij heeft bijgedragen aan ruim 70 wetenschappelijke publicaties, en zijn werk verscheen op de cover van enkele toonaangevende wetenschappelijke tijdschriften. Verder werd hij, zowel in het binnen- als het buitenland, bekroond met belangrijke wetenschappelijke en industriële prijzen (o.a. de Iwan Åkerman Award, de Robert M. Caddell Memorial Award, de prijs van de onderzoeksraad, en de Barco High Tech Award). Hij is eveneens lid van de stuurgroep van het Leuven Nanocentrum ter promotie van nanotechechnologie.
Hiernaast, werk hij mee aan projecten rond het versmelten van wetenschap en kunstfotografie. De internationaal bekroonde resultaten hiervan verschenen in kranten zoals De Standaard, der Spiegel, en The China Daily. Dit werk werd ook gelauwerd door de tijdschriften Nature, Nature Nanotechnology en Science Magazine.
Lieven Eeckhout verricht onderzoek in het vakgebied van de computerarchitectuur en de hardware/software interface. Hij heeft ruim 70 artikels gepubliceerd in toonaangevende tijdschriften en topconferenties in het vakgebied. Hij ontving de IBM Belgium Prize for Informatics voor zijn doctoraat, en zijn meer recent werk werd twee maal gelauwerd als één van de meest significante onderzoeksbijdragen van het jaar (IEEE Micro Top Pick in 2007 en 2010). Hij wordt beschouwd als een expert in prestatie-evaluatie en -modellering van computersystemen, waarrond hij in 2010 een monografie gepubliceerd heeft. Hij werkt samen met een uitgebreid internationaal netwerk van onderzoekers zowel in de academische wereld als in de industrie. Zijn huidig onderzoek spitst zich toe op simulatie- en modelleringstechnieken van exascale systemen - in het kader van het recent opgerichte Intel ExaScience Lab &emdash; en een nieuwe hardware/software interface -; in het kader van een prestigieuze Starting Independent Researcher Grant uitgereikt door het European Research Council (ERC).