De Fondsprijzen zijn prijzen die voortkomen uit de legaten die aan de Academie werden toevertrouwd.
Henri Vanderlinden-prijs
 
  
      Pablo Marchant werd 
      geboren in 1986 in Santiago, Chili. Hij behaalde zijn masterdiploma in 
      astrofysica aan de "Pontificia Universidad Católica de Chile" en werkte 
      aan de theorie van sterrenmagnetisme. In 2012 ging hij naar de 
      "Universität Bonn" in Duitsland, waar hij zijn doctoraatsstudies 
      uitvoerde onder leiding van Prof. Dr. Norbert Langer. Daar bestudeerde 
      hij theoretische sterrenevolutie met een focus op de evolutie van 
      massieve dubbelsterren. Sterren die dicht bij elkaar geboren worden, 
      kunnen elkaar sterk beinvloeden (bijvoorbeeld door massaoverdracht), wat 
      hun evolutie drastisch verandert. Dr. Marchant specialiseerde zich in 
      theoretische modellering van sterrenevolutie om synthetische 
      sterrenpopulaties te construeren die vergeleken kunnen worden met 
      observaties. In het bijzonder overwoog hij een nieuw mechanisme om 
      samensmeltende binaire zwarte gaten te produceren. Na zijn doctoraat 
      verhuisde hij naar de VS, waar hij een postdoc deed aan de “Northwestern 
      University”. Daar bestudeerde hij hoe exotische supernovae de massa's 
      van zwarte gaten bepalen, en hoe dit kan worden geïdentificeerd met de 
      waargenomen populatie van zwaartekrachtgolfbronnen.  
   
      
Sinds november 
      2019 is Dr. Marchant postdoc aan het Instituut voor Sterrenkunde van de 
      KU Leuven. Hij heeft in België gewerkt als FWO-postdoctoraal 
      onderzoeker, waarbij hij eerst een junior fellowship en daarna een 
      senior fellowship ontving. Zijn onderzoek in België was gericht op het 
      begrijpen van de vormingsprocessen van samensmeltende zwarte gaten, en 
      hoe deze kunnen worden beperkt met behulp van elektromagnetische 
      observaties van systemen in tussenliggende evolutionaire fasen. Als 
      onderdeel van zijn recente werk heeft hij aangetoond dat het algemeen 
      aanvaarde mechanisme om samensmeltende binaire zwarte gaten te vormen 
      belangrijke gebreken heeft. 
    
 
  Photometric detection of internal gravity waves in upper main-sequence stars. II. Combined TESS photometry and high-resolution spectroscopy.
      Dominic Bowman (°1990) is gespecialiseerd in asteroseismologie van 
      massieve sterren, de studie van het inwendige van sterren aan de hand 
      van het modelleren van hun pulsaties. Sterren zijn lawaaierige plaatsen 
      in het heelal en fonkelen aan hun oppervlak vanwege intern opgewekte 
      pulsaties. Uit de analyse van deze pulsaties kan men de inwendige 
      rotatie- en mengprocessen en fundamentele parameters zoals massa's en 
      leeftijden van sterren met hoge precisie meten.
Dominic werd voor het 
      eerst geïnspireerd en gemotiveerd om asteroseismologie na te streven 
      tijdens zijn bachelorstudie aan de Universiteit van Birmingham in het 
      VK. Na zijn afstuderen in 2013 verhuisde hij naar de University of 
      Central Lancashire in Preston, UK voor zijn doctoraatsstudie onder 
      supervisie van Prof. Donald Kurtz. Het onderwerp van Dominic's doctoraat 
      was de analyse van niet-lineaire pulsatiemodi van delta Scuti-sterren 
      met behulp van zeer nauwkeurige tijdreeksfotometrie van de NASA 
      Kepler-missie. Dominic promoveerde in 2016 en zijn doctoraatsthesis werd 
      in 2017 bekroond met de Springerprijs voor 'Outstanding Research'. Na 
      zijn doctoraat verhuisde Dominic naar de KU Leuven, België als 
      postdoctoraal onderzoeker bij het team van Prof. Conny Aerts. Gedurende 
      deze tijd leidde hij het project om de signaturen van 
      zwaartekrachtgolven in massieve sterren te ontdekken en te 
      karakteriseren met behulp van NASA Kepler/K2 en TESS-ruimtefotometrie. 
      In 2020 won Dominic de prestigieuze KU Leuven Research Council Award in 
      Science, Technology and Engineering, en kreeg hij ook een competitief 
      senior FWO postdoctoraal onderzoeksmandaat waarmee hij zijn onderzoek in 
      massieve asteroseismologie naar nieuwe hoogten kon tillen. Tijdens zijn 
      tijd aan de KU Leuven is Dominic actief betrokken geweest bij het 
      onderwijzen en begeleiden van studenten op BSc-, MSc- en PhD-niveau, en 
      organisator van vele outreach-evenementen voor lokale scholen en 
      organisaties. Hij heeft ook leidende rollen op zich genomen in 
      verschillende internationale consortia die zich richten op massieve 
      sterren en asteroseismologie, waaronder de gezamenlijke ESA/KU Leuven 
      CubeSpec-ruimtemissie, die in 2024 zal worden gelanceerd en hoge cadans 
      tijdreeksen van hoge resolutie optische spectroscopie van pulserende 
      massieve sterren zal afleveren.
In zijn onlangs gepubliceerde 
      werk analyseerden Dominic en zijn team de fotometrische en 
      spectroscopische handtekeningen van graviteitsgolven in massieve 
      sterren. Ze ontdekten hoe de morfologie van graviteitsgolven in de 
      amplitudespectra van TESS-lichtkrommen voor tientallen massieve sterren 
      de massa en leeftijd van een ster kan bepalen, en ook gecorreleerd is 
      aan de hoeveelheid van het grootschalige tangentiële snelheidsveld dat 
      verantwoordelijk is voor macroturbulentie in spectroscopische 
      waarnemingen. Deze resultaten bieden sterke ondersteuning voor het in 
      rekening nemen van interne menging en impulsmomenttransport veroorzaakt 
      door graviteitsgolven in stermodellering, en verbetert ons begrip van de 
      structuur en evolutie van enkele van de kortst levende sterren in het 
      heelal.
    
 
  
      Andrew Tkachenko (1985) behaalde in 2007 zijn Master diploma in 
      Astronomie en Astrofysica aan de Taurida National University (Krim, 
      Oekraïne). In hetzelfde jaar kreeg Andrew een gedeelde PhD-positie 
      aangeboden aan de Thüringer Landessternwarte Tautenburg en de 
      Universiteit van Jena (Duitsland), onder supervisie van Dr. Holger 
      Lehmann. Het onderwerp van het zijn doctoraatsthesis betrof studies van 
      verduisterende dubbelsterren met pulserende componenten, gebruikmakend 
      van tijdreeksen van spectroscopische waarnemingen met hoge resolutie. Na 
      zijn doctoraatsverdediging in november 2010 vervoegde Andrew het team 
      van Prof.Conny Aerts aan de KU Leuven als junior postdoctoraal 
      onderzoeker, om zijn werk in het domein van asteroseismologie (de studie 
      van de inwendige structuur van sterren door interpretatie van hun 
      pulsaties) voort te zetten. In 2012 kreeg Andrew een FWO-postdoctoraal 
      mandaat voor onderzoek naar pulserende sterren in dubbelsterrenstelsels, 
      als een middel om het inwendige van sterren en hun evolutie te 
      bestuderen. Sinds 2016 is Andrew Tkachenko aangesteld als 
      onderzoeksexpert aan het Instituut voor Sterrenkunde van de KU Leuven, 
      waar hij een van de sleutelposities bekleedt in het management van het 
      Complementary Science-programma van de PLATO-ruimtemissie, en verder ook 
      verantwoordelijk is voor de supervisie van verschillende doctoraats- en 
      masterstudenten.
Andrew's onderzoeksinteresses betreffen 
      grotendeels pulserende sterren in dubbelstersystemen, stersystemen die 
      bestaan uit twee door zwaartekracht gebonden objecten die periodiek rond 
      hun gemeenschappelijke zwaartepunt draaien. In zijn onderzoek bekijkt 
      Andrew de volledige architectuur van het systeem, gaande van het 
      inwendige van de sterren (de "harten" van de sterren), de steratmosferen 
      (de "gezichten" van sterren) en de binariteit (de "partners" van 
      sterren). In zijn recent gepubliceerde werk voerden Andrew Tkachenko en 
      zijn team een gedetailleerde studie uit van een steekproef van 
      dubbelsterren van gemiddelde en hoge massa, waarvan de massa en grootte 
      op een modelonafhankelijke manier met een precisie van 3% of beter 
      werden gemeten. Deze observaties toonden aan dat de huidige modellen van 
      de inwendige structuur en evolutie van sterren significante 
      tekortkomingen vertonen en niet in staat zijn om de twee meest 
      fundamentele eigenschappen van een ster correct te voorspellen, namelijk 
      de massa en leeftijd. Deze resultaten hebben grote implicaties voor 
      andere gebieden van de astronomie, daar modellen van de inwendige 
      structuur en evolutie van sterren een immense impact hebben op ons 
      begrip hoe sterren ontstaan, evolueren en uiteindelijk sterven.
    
 
  
      The dust mass in Cassiopeia A from a spatially resolved Herschel 
      analysis 
Ilse De Looze (°1986) studeerde in 2012 af aan de 
      Universiteit van Gent als Doctor in de Sterrenkunde. De start van haar 
      doctoraat ging samen met de lancering van de Herschel satelliet van ESA 
      (European Space Agency). Een groot deel van haar doctoraatswerk en 
      daaropvolgende post-doctorale mandaten aan de Universiteit Gent, 
      University of Cambridge en University College London stonden in het 
      teken van infrarode waarnemingen met de Herschel satelliet van het 
      interstellaire stof en gas in sterrenstelsels. Naar aanleiding van haar 
      laatste post-doc in Londen ligt de focus van haar onderzoek nu meer op 
      het stof dat gevormd wordt na de ontploffing (“supernova”) van massieve 
      sterren op het einde van hun leven. Haar recente studie van Cassiopeia A 
      — een 335 jaar oude supernova die zich op 11000 lichtjaren van ons in de 
      Melkweg bevindt — toonde aan dat veel van het stof in sterrenstelsels 
      gevormd wordt uit het metaalrijke materiaal dat overblijft na een 
      “supernova” ontploffing.
In haar gepubliceerde werk The 
      dust mass in Cassiopeia A from a spatially resolved Herschel analysis 
      bestudeert Ilse De Looze de hoeveelheid en de aard van het stof gevormd 
      na de ontploffing van deze massieve ster met een totaal gewicht van maar 
      liefst 25 zonsmassa’s. Wanneer een zware ster (met een gewicht groter 
      dan 8 keer het gewicht van de zon) het einde van haar leven bereikt, en 
      alle nucleaire brandstof is opgebruikt, dan ontploft zij in een 
      “supernova”. Uit het overgebleven materiaal, dat voor een groot deel 
      bestaat uit elementen zwaarder dan waterstof en helium, kunnen 
      stofdeeltjes gevormd worden die op hun beurt een belangrijke invloed 
      hebben op de vorming van nieuwe sterren. Deze nieuwe studie van 
      Cassiopeia A toont aan dat tot bijna een zonsmassa aan nieuw stof kan 
      opgebouwd worden. Dit resultaat bevestigt dat supernovae een belangrijke 
      bijdrage leveren tot het totale stofbudget in sterrenstelsels.
    
 
  terrestrial exoplanets.
Ludmila Carone (°1976) studeerde in 2012 af aan de Universiteit Keulen als Doctor in de Wetenschappen. Ze werkte tussen 2012 en 2016 aan de KU Leuven als postdoctorale onderzoeker. Voor haar studie ‘Connecting the dots - II. Phase changes in the climate dynamics of tidally locked terrestrial exoplanets’ onderzocht ze op basis van 165 klimaatmodellen rotsachtige exoplaneten met verschillende omwentelingstijden en groottes. Ze focusseerde zich op planeten, die permanent dezelfde kant naar hun ster toekeren en dus vaste dag- en nachtkanten hebben. Daarbij ontdekte ze drie mogelijke klimaten, waarvan twee potentieel bewoonbaar zijn. De bewoonbare klimaten bevatten een heel efficiënt ‘airconditioning’-systeem dat de oppervlakte-temperaturen leefbaar houdt.
Deze studie situeert zich in het onderzoek van geëvolueerde sterren van lage tot middelgrote massa. Sterren zoals onze zon zullen op het einde van hun leven een 'rode reus' worden, waarbij de ster veel kouder zal worden en tevens gigantisch zal opzwellen. Rode reuzen verliezen het merendeel van hun massa onder de vorm van een sterrenwind. Deze wind heeft een relatief lage uitstroomsnelheid en verrijkt het interstellair medium met chemische elementen afkomstig uit de binnenste hete kern van de ster. Dankzij deze sterrenwinden was er o.a. koolstof aanwezig tijdens het vormingsproces van de aarde, een cruciaal element voor het ontstaan van leven. Dit onderzoek kadert in het beter begrijpen van fysische processen die zowel het verloop van de stof- en gaschemie als het drijvingsmechanisme van de sterrenwind bepalen. Hierbij maakt hij gebruik van waarnemingen met de ruimtetelescoop Herschel, die revolutionaire resultaten opleverde. Hij bestudeerde de verhouding tussen de hoeveelheden stof en gas in de sterrenwind. De stof-over-gas verhouding is een essentiële ingrediënt in het begrijpen van het onstaan van sterrenwinden en het bepalen van de balans tussen stof- en gaschemie. Hij bestudeerde ook de vorming van waterdamp in koolstofrijke sterrenwinden, omgevingen waarvan men oorspronkelijk dacht dat water er niet kon voorkomen. Dankzij de Herschel telescoop is er nu een beter begrip van de eigenschappen van waterdamp in zulke omgevingen, en kunnen er belangrijke voorwaarden opgelegd worden aan de chemische vorming van water in koolstofrijke sterrenwinden.
Deviations from a uniform period spacing of gravity modes in a massive star
Pieter Degroote (°1985) behaalde zijn diploma Wiskunde aan de KU Leuven in 2007. Drie jaar later volgde zijn doctoraatsthesis getiteld Asteroseismology of OB stars with the CoRoT space mission. Zijn onderzoek op basis van seismologische gegevens opgemeten door de baanbrekende Frans-Europese CoRoT satelliet mondde uit in nieuwe en verrassende inzichten betreffende de interne structuur en evolutie van massieve sterren, met onder andere een publicatie in het topvakblad Nature.
Op dit ogenblik is hij postdoctoraal onderzoeker bij het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek Vlaanderen, verbonden aan het Instituut voor Sterrenkunde aan de KU Leuven.
Spitzer survey of dust grain processing in stable discs around binary post-AGB stars
Clio Gielen werd geboren op 23 april 1983, het jaar waarin Henri Vanderlinden overleed. Ze behaalde haar licentiaatsdiploma Wiskunde, optie Wiskundige Natuurkunde en Sterrenkunde, aan de KULeuven in 2005. Haar licentiaatsthesis aan het Instituut voor Sterrenkunde deed haar voor het eerst kennis maken met de circumstellaire omgeving van geëvolueerde sterren. Voor haar doctoraatsonderzoek bestudeerde ze in meer detail de stofrijke schijven rond een specifieke groep geëvolueerde dubbelsterren, onder leiding van Prof. dr. Hans Van Winckel, de laureaat van de Vanderlindenprijs in 1998. In 2009 verdedigde ze haar doctoraatswerk, getiteld A Spitzer survey of dust grain processing in stable discs around binary post-AGB stars. Dit werk leverde tot nu toe al 14 publicaties op in gerefereerde tijdschriften. Sindsdien is ze post-doctoraal onderzoeker van het FWO-Vlaanderen, verbonden aan het Instituut voor Sterrenkunde van de KULeuven, waar ze haar werk rond de circumstellaire omgeving van geëvolueerde sterren verderzet. Dankzij een 1-jarige mobiliteitstoelage, verkregen van het FWO, verblijft ze momenteel één jaar in Duitsland, als Visiting Fellow aan het Max-Planck-Institut für Astronomie te Heidelberg.
Determination of the dynamical structure of elliptical galaxies by direct fits to spectra
Sven De Rijcke (°1974) studeerde Natuurkunde aan de Universiteit Gent. Hij behaalde zijn licentiaatsdiploma in 1996. In het jaar 2000 volgde een doctorstitel. Hij promoveerde op het werk Determination of the dynamical structure of elliptical galaxies by direct fits to spectra. Kort na zijn doctoraat ging hij een jaar aan de slag als onderzoeker aan het Astronomisches Institut van de Universität Basel in Zwitserland. Op dit ogenblik is hij postdoctoraal onderzoeker bij het Fonds voor Wetenschappelijk onderzoek-Vlaanderen. Hij is auteur of co-auteur van meer dan 40 A1-papers.
ISO-SWS calibration and the accurate modelling of cool-star atmospheres
De laureaat voor de Henri Vanderlindenprijs 2004 is mevrouw Leen Decin. Zij diende een studie in, met als titel ISO-SWS calibration and the accurate modelling of cool-star atmospheres. Haar werk heeft betrekking op sterrenkundige waarnemingen in het infrarood gedaan door de Infrared Space Observatory (ISO)-satteliet.
      Leen Decin (°1974) studeerde in 2000 af aan de KULeuven als 
      doctor in de Wetenschappen. Zij was Aspirant bij het Fonds voor 
      Wetenschappelijk Onderzoek, Vlaanderen (FWO-Vlaanderen), verbonden aan 
      het Instituut voor Sterrenkunde, Katholieke Universiteit Leuven. Sinds 
      2000 is zij Postdoctoraal Onderzoeker alsook bij het FWO-Vlaanderen en 
      ook hetzelfde instituut.
Ze heeft opmerkelijke resultaten bekomen 
      en is zo uitgegroeid tot een experte met een internationale erkenning in 
      een domein van het actueel sterrenkundig ruimteonderzoek.
    
Chemische samenstellingen van optisch heldere post-agb-sterren.
Resonances between two stellar oscillations modes with nearly equal frequencies; A model for the oscillations of the peculiar Cepheid HR 7308.
Post-AGB-sterren met extreem afwijkende scheikundige samenstelling
Alfvén wave instabilities and solitions in comentary and solar systems plasmas
 
              
            