Marc Ruyters over de Klasse Kunsten in HART magazine

Marc Ruyters over de Klasse Kunsten in HART magazine

Klasse Kunsten

Marc Ruyters, lid van de Klasse Kunsten, schreef een artikel over de Academie en de Klasse Kunsten voor nr. 211 van HART magazine (maart 2021). Lees hieronder de volledige tekst!

Artistiek nadenken en formuleren

Over de Klasse Kunsten van de ‘Koninklijke Academie’ 

De Belgische beeldend kunstenaar Nick Ervinck is laureaat van de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten 2020. De prijs Laureaat van de Klasse van de Kunsten is goed voor 10.000 euro.’ Het ging enkele maanden terug haast onopgemerkt voorbij in de mainstream-pers. Academie? Klasse van de Kunsten? Weinigen weten waarover dit gaat. Dus: enige uitleg.

Vele landen hebben een soort Academie, waar de schranderste koppen in kunst & wetenschappen in verkozen worden en dan op min of meer regelmatige wijze vergaderen om van gedachten te wisselen, te discussiëren, standpunten in te nemen of hun overheden te adviseren in het kunst- en wetenschapsbeleid. In België is er de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten, een haast grappige naam omdat ‘Vlaams’ en ‘Belgisch’ in een en dezelfde titel voorkomen. Er is overigens ook de Franstalige tegenhanger, de Académie Royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique. Beide instellingen huizen in hetzelfde gebouw, het Paleis der Academiën aan de Hertogsstraat, op de kop van het Warandepark en het Koninklijk Paleis, als je vanuit de Rue Royale ofte Koningsstraat komt. Iedereen kent dat gebouw, weinigen weten wat er zich in afspeelt.
Daarom een stukje geschiedenis, met dank aan Freddy Dumortier, vast secretaris van de KVAB, de handige afkorting (en bijbehorende website) voor de Koninklijke Vlaamse Academie van België.

Dumortier: ‘De naam Academie verwijst naar de school die Plato in 387 v.Chr. oprichtte even buiten Athene in de buurt van de tempel van Akademos, een held uit de Trojaanse oorlog. Deze naam werd opgediept in de 15de eeuw in Italië, toen geleerden zich verenigden en discussiegroepen vormden rond voornamelijk drie polen: filosofie, taal en wetenschap. Zij wilden onder andere de natuur, bedoeld als samenhang van de kosmos, op een experimentele manier benaderen, vrij van overgeleverde, veelal foutieve ideeën. Dat gaf nieuwe impulsen aan de methodiek voor de verwerving van inzicht en kennis en bracht de moderne wetenschap op gang: er ontstonden academies voor wetenschappen in Rome (Accademia dei Lincei, 1603), Londen (Royal Society, 1660), Duitsland (1652), Parijs (1666) en uiteindelijk ook in Brussel (1772), met name de Keizerlijke en Koninklijke Academie voor Wetenschappen en Letteren van Brussel, in een periode dat de Zuidelijke Nederlanden onder de voogdij stonden van de Oostenrijkse keizerin Maria Theresia. Laatstgenoemde Academie werd echter afgeschaft toen de Zuidelijke Nederlanden als Belgisch departement bij de Franse republiek werden ingelijfd. Ze werd heropgericht in 1816 door Willem I, vorst van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden, en in 1845, vijftien jaar na de totstandkoming van het koninkrijk België, uitgebreid met een afdeling kunsten. In die eerste periode was de Academie ondergebracht in enkele lokalen van de Koninklijke Bibliotheek, nu bekend als het Paleis van Karel van Lotharingen. Het Paleis der Academiën werd tussen 1823 en 1828 in neoclassicistische stijl opgetrokken.

Die Academies waren uiteraard overwegend Franstalig en de Vlaamse voorvechters streefden naar een Vlaamse Academie. Dat werd 45 jaar later, in 1886, beloond met de oprichting van een Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde te Gent (KANTL). Na een moeizame strijd, waarbij heel wat weerstand van de Franstalige intellectuele elite diende overwonnen te worden, werden in 1938 uiteindelijk Vlaamse Academies opgericht: die voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten en die voor Geneeskunde. Dit gaf evenwel aanleiding tot een verwarrende situatie met enerzijds nationale, officieel tweetalige Academies waarvan de leden uit het noorden en het zuiden van het land kwamen en anderzijds Vlaamse Academies. In 1971 werd daar een einde aan gemaakt door de oprichting van twee evenwaardige Academies, een Nederlandstalige, behorend tot de Vlaamse Gemeenschap en een Franstalige, behorend tot de Franstalige Gemeenschap. Hetzelfde gebeurde met de Academies voor geneeskunde. Ze huizen allemaal onder hetzelfde dak: het Paleis der Academiën aan de Hertogsstraat 1 in Brussel.’

Nog Dumortier: ‘De genootschapswerking is het fundament van de Academie. We profileren ons als het vooraanstaande forum voor Vlaamse wetenschappers en kunstenaars. We bogen op een sterke reputatie die gesteund is op de eigen werking en de actieve betrokkenheid van haar leden. De Academie bestaat uit vier Klassen: natuurwetenschappen, menswetenschappen, kunsten en technische wetenschappen. Elk tellen ze ongeveer 75 leden. De leden worden – meestal als veertiger of vijftiger – verkozen door coöptatie en blijven lid voor het leven.
De leden, vaak in kleinere commissies en werkgroepen, werken Standpunten uit, coördineren cycli van het Denkersprogramma, treden op als jury bij de toekenning van prijzen en organiseren voordrachten, colloquia, concerten en tentoonstellingen, ondersteund door de staf van de Academie.’
De huidige voorzitter van de Academie is Elisabeth Monard, lid van de Klasse Technische Wetenschappen. De Academie krijgt subsidie van de Vlaamse overheid, in het kader van een convenant. In 2020 bedroeg die subsidie 1,166 miljoen euro. Dat lijkt ook het geval te worden in 2021. De KVAB krijgt ieder jaar van de Nationale Loterij een extra subsidie van 80.000 euro ter ondersteuning van de Jonge Academie (zie onder). 

Kunstenaars en co

Terug naar de Klasse van de Kunsten. Leden die, gelet op het lezerspubliek van HART, zelf beeldende kunst maken, zijn: Michaël Borremans, Dirk Braeckman, Michel Buylen, Siegfried De Buck, Carl De Keyzer, Enk De Kramer, Ronny Delrue, Hugo Heyrman, Jan Fabre, Karin Hanssen, Raoul Servais, Koenraad Tinel, Lukas Vandenabeele, Robert Vandereycken, Paul Van Gysegem, Anne-Mie Van Kerckhoven, Vera Vermeersch. Ook de eind 2019 overleden kunstenaar Panamarenko was lid.
Kunsthistorici, kunstwetenschappers, critici en anderen die professionele banden met de beeldende kunst hebben zijn onder meer: Barbara Baert, Arnout Balis, Anna Bergmans, Frans Boenders, Guy Delmarcel, Chris Dercon, Catherine De Zegher, Willem Elias, Steven Jacobs, Maximiliaan Martens, Cyriel Stroo, Paul Vandenbroeck, Katlijne Van der Stighelen, Jan Van der Stock, Hilde Van Gelder, Bart Verschaffel, Hans Vlieghe.
Met zo’n 75 leden in de Klasse Kunsten, onder wie zeventien beeldende kunstenaars en achttien ‘actieven’ in de sector (historici, wetenschappers, critici…), is de beeldende kunst dus goed vertegenwoordigd. De andere leden vertegenwoordigen vooral muziek, architectuur, dans, film en theater, met een opvallende ondervertegenwoordiging van de drie laatstgenoemde genres.

Zoals elke Klasse vergadert de Klasse van de Kunsten elke maand, waarbij een uitgenodigde gast of een klasselid (in de Academie spreken ze van ‘confraters’ en ‘consorores’) een gespecialiseerde lezing geeft. Drie voorbeelden uit 2020: klasselid Maximiliaan Martens gaf een lezing over ‘Jan Van Eyck: een Optische Revolutie’, computerwetenschapper Luc Steels van de Klasse Technische Wetenschappen had het over ‘Wetenschap op de rand van de kunst’ en kunstenaar-gast Danny Devos sprak over ‘Mijn Kalender van Dagelykse Daden van Doding en Andere Menslycke Feyten van Belang’.
Ook de Standpunten die door de klassen worden uitgewerkt zijn belangrijk, en willen het publieke opinie- en overheidsbeleid adviseren en beïnvloeden. Drie voorbeelden uit een hele reeks: het Standpunt ‘Elementen van een duurzaam kunstenbeleid’, geschreven door Bart Verschaffel, Willem Elias, Cees Hamelink en mezelf. Het thema: ‘In ons kunstenlandschap heerst vandaag een moeilijk klimaat. Dit document vestigt de aandacht op knelpunten in het huidige Vlaamse cultuurbeleid. Het kunstbedrijf als geheel, en de kunstenaars in het bijzonder, krijgen binnen de huidige budgetruimte en met de actuele bureaucratische procedures onvoldoende mogelijkheden om hun taak en (internationale) ambitie waar te maken. Dit Standpunt formuleert uitgangspunten voor een beleid en concrete aanbevelingen voor een duurzaam kunstenlandschap’.

De Standpunten komen vaak tot stand in een samenwerking met de Klassen onderling. De Klasse Menswetenschappen was sturend in het Standpunt ‘De Strijd om de waarheid. Over nepnieuws en desinformatie in de digitale wereld’. En het Standpunt ‘Artificiële Intelligentie. Naar een vierde industriële revolutie?’ was vooral het werk van de Klasse Natuurwetenschappen, met Luc Steels als bezieler.
Ook de prijzen die de Academie uitreikt hebben hun belang. De prijs Laureaat van de Klasse van de Kunsten is een van de meest prestigieuze. Jonge, beloftevolle onderzoekers en kunstenaars (tot 45 jaar), van wie de hoofdactiviteit in Vlaanderen gesitueerd is, komen hiervoor in aanmerking. De prijs wordt afwisselend uitgereikt in de categorie van de kunstwetenschappen, kunstkritiek en musicologie (oneven jaren) en in de scheppende kunsten: muziekcomposities, architectuur, beeldende kunsten en andere (even jaren).
Nick Ervinck (1981) is de jongste laureaat van de Klasse Kunsten. Zijn werk bestaat uit grote installaties, handgemaakte en 3D-geprinte sculpturen, keramiek, prints, tekeningen, lightboxes en animatiefilms.
De bestuurder voor 2021 van de Klasse Kunsten is kunstfilosoof Bart Verschaffel. Hij lanceert voor dit werkingsjaar een lezingenreeks rond ‘De Zintuigen’. Verschaffel stelt de vraag ‘naar de manier waarop ieders waarneming en onmiddellijke beleving zijn/haar ‘werkelijkheid’ maakt. Hoe staan wij – halftijds ‘scherm’-kijkers – vandaag ‘open’ voor de wereld? Wat houdt het in van te zien en te horen, te kijken en te luisteren, te ruiken en te smaken of te voelen in het begin van de 21ste eeuw? Hoe nemen de zintuigen iets voor werkelijk, wat nemen we (voor) waar?’ 

Ten slotte is er nog de Jonge Academie, een deelorganisatie van de KVAB die autonoom opereert als vereniging van jonge toponderzoekers en -kunstenaars. Zij formuleert standpunten en opinies, organiseert evenementen over relevante thema’s en zoekt expliciet de weg naar overheden en publiek om waar mogelijk bij te dragen tot verbetering van pijnpunten en het aanpakken van uitdagingen.
De Jonge Academie cureert en organiseert vandaag de expo OVERLAP, The No Man’s Land between Art and Science in samenwerking met verschillende gastinstellingen waaronder Bac Art Lab (KULeuven), PILAR (VUB), KASKA & ARIA (UAntwerpen), GUM (Gents Universitair Museum), PXL-MAD Hasselt. Het behelst veertien kunstwerken in dialoog met veertien wetenschapsobjecten uit de collectie van het GUM, met werk van Annelys de Vet, Karel Verhoeven, Kasper De Vos, Dirk Zoete, Louis De Cordier, Robbert&Frank Frank&Robbert, Athar Jaber, Ann Bessemans, Lodewijk Heylen, Ugo Dehaes, Katelijne De Corte, Kevin Trappeniers en Nicolas Baeyens.

Voor alle duidelijkheid: ondergetekende is zelf lid van de Klasse van de Kunsten, sinds 2010.