De Fondsprijzen zijn prijzen die voortkomen uit de legaten die aan de Academie werden toevertrouwd.
Octaaf Callebaut-prijs
Ruth Vanderschueren behaalde in 2017 een masterdiploma bio-inge-nieursweten¬schappen (major milieutechnologie, minor katalytische technologie) aan de KU Leuven. Na haar studies startte zij aan haar doctoraatsonderzoek in de Afdeling Bodem- en Waterbeheer aan de KU Leuven, onder supervisie van prof. Erik Smolders en prof. Jan Delcour. Zij verdedigde haar doctoraatswerk in mei 2021 en werkte als postdoctoraal onderzoeker in dezelfde afdeling tot eind oktober 2022. Momenteel werkt zij als subsidieconsultant bij Leyton.
In 2019 ging een Europese regelgeving van kracht die de maximale toegelaten cadmiumconcentratie bepaalt in cacao-gebaseerde voedingsmiddelen zoals cacaopoeder en chocolade. Deze limieten hebben een grote impact op de cacaomarkt in Centraal- en Zuid-Amerika omdat cadmiumconcentraties in cacao uit die regio van nature hoger zijn dan in cacao uit andere gebieden. In deze doctoraatsstudie werd het effect onderzocht van conventionele naoogst behandelingen op de cadmiumconcentratie in cacao-bonen, en werd gezocht naar naoogst mitigatie-strategieën die het cadmiumgehalte kunnen verlagen. De resultaten van dit werk toonden aan dat het cadmiumgehalte in cacaobonen kan dalen tijdens de fermentatiestap, maar enkel indien de fermentatie leidt tot voldoende hoge temperaturen en een lage pH (of dus zure omstandigheden). Manipulatie van de fermentatie-omstandig¬heden, met eventuele bijkomende behandelingen tijdens of na de fermentatie, bleek een zeer geschikte mitigatie-strategie die het cadmiumgehalte in cacaobonen bijna halveert.
From fingerprinting to kinetics in evaluating food quality changes.
Tara Grauwet werd geboren (Edegem, België) op 14 februari 1983. Ze is gelukkig getrouwd met Arnoud Bruwiere en trotse mama van Elynne (2012) en Hannah (2014).
In 2003 behaalde ze haar diploma Toegepaste Bio-ingenieurswetenschappen aan de Universiteit Antwerpen, waarna ze haar Bio-ingenieursopleiding met als optie Levensmiddelentechnologie vervolledigde aan de KU Leuven. Meteen na het afstuderen in 2006, startte ze een doctoraat aan het Laboratorium voor Levensmiddelentechnologie (hoofd onderzoekseenheid Prof. Marc Hendrickx), KU Leuven met als titel: ‘Van proteïne tot indicator: in kaart brengen van de temperatuursuniformiteit in hoge hydrostatische druk reactoren’ (promoter Prof. Ann Van Loey). Dit doctoraatswerk maakte deel uit van het Europese onderzoeksproject ‘NovelQ’ en werd in 2010 verdedigd. In 2011, werd ze post-doctoraal onderzoeker gefinancierd door het FWO-Vlaanderen aan dezelfde onderzoekseenheid waarbij ze werkte rond een integratie van een niet-doelgerichte (fingerprinting) en doelgerichte benadering om kwaliteitsattributen van levensmiddelen te evalueren (promoter Prof. Ann Van Loey). Geavanceerde analytische apparatuur (bvb. chromatografie gekoppeld met massa spectrometrie) en moderne data analysetechnieken (bvb. multivariate data analyse gelinkt aan methoden voor kinetische dataverwerking) maken belangrijk deel uit van deze benadering. Deze benadering werd door het team reeds veelvuldig gebruikt om (bio-)chemische veranderingen tijdens procesvoering en bewaring van plant-gebaseerde systemen te bestuderen, wat tot op heden resulteerde in meer dan 25 internationaal peer-gereviewde publicaties over de ganse post-doc periode, gelinkt aan een 5-tal doctoraten. In 2014 koos Tara voor een intersectoriale onderzoeksuitwisseling en werkte, in dezelfde onderzoekscontext, gedurende 6 maanden in de onderzoeksfaciliteiten van Unilever, Vlaardingen, Nederland.
In oktober 2014 werd Tara Grauwet docent aan de KU Leuven, verbonden aan het Departement Moleculaire en Microbiële Systemen en verbonden aan het Laboratorium voor Levensmiddelentechnologie. Haar huidige onderzoeksuitdaging bestaat eruit om samen met haar team de invloed van procesvoering en levensmiddelenstructuur op de verteerbaarheid van levensmiddelen te bestuderen. Hiervoor kiest ze voor een ingenieursbenadering die zowel berust op in vitro als in silico modellering van humane digestie. In deze context begeleidt ze momenteel 4 doctoraten als promoter. Binnen de opleiding Bio-ingenieur, KU Leuven, is ze momenteel mede-verantwoordelijk voor een 4-tal mastervakken.
Wim Verbeke is hoogleraar en voorzitter van de Vakgroep Landbouweconomie van de UGent. Hij verricht onderzoek over agro-voedingsmarketing en consumentengedrag en maakt daarbij gebruik van zijn gecombineerde opleiding als bio-ingenieur (1993 UGent) en master in marketing management (1994 Vlerick Leuven-Gent Management School). Voor zijn doctoraatsonderzoek verbleef hij in 1998 aan de University of Florida bij professor Ronald Ward. Zijn onderzoek is interdisciplinair en slaat bruggen tussen mens- en natuurwetenschappen. Producenten, consumenten, burgers en overheden met vragen en bezorgdheden over landbouwproducten en voedingsmiddelen staan daarin centraal. De onderzoeksthema’s omvatten de maatschappelijke acceptatie van technologische vernieuwing in de voedselproductie, gedragsconsistentie bij consumenten in relatie tot voedselveiligheid, gezondheid en duurzaamheid, determinanten van voedingskeuze en de impact van informatie en communicatie. Zijn onderzoek bracht o.a. consumentengedrag, voedingskeuzes en marktsegmenten in kaart voor generieke producten zoals vlees, vis, fruit en groenten, evenals voor insecten of kweekvlees en voor productconcepten als functionele voeding, biologische voeding en duurzame voeding.
Wim Verbeke is auteur of coauteur van een 50-tal boekbijdragen en meer dan 250 artikelen in internationale wetenschappelijke tijdschriften. Hij leidt een onderzoeksgroep die zeer actief is in projecten gefinancierd door de Europese Commissie. Hij was Laureaat van de KVAB in de Klasse van de Menswetenschappen in 2010. Op basis van de maatschappelijke relevantie van zijn onderzoek won hij de Karel Van Noppenprijs in 2011 en werd hij Laureaat van de Jaarprijs Wetenschapscommunicatie van de KVAB in 2013. Op internationaal vlak ontving hij de T. W. Schultz Award in “Agricultural economics” in 2012 en drie Emerald Literati Network Awards (2009, 2012 en 2014) voor publicaties in British Food Journal.
Structurally different wheat-derived AXOS have different prebiotic and fermentation properties in rats
Na het behalen van de diploma's Bio-ingenieur in de Scheikunde en Doctor
in de Toegepaste Biologische Wetenschappen, is Christophe Courtin
(°1973) vandaag hoogleraar aan de Katholieke Universiteit Leuven,
verbonden aan het Laboratorium voor Levensmiddelenchemie en -biochemie.
Wat onderzoek betreft, is hij (co-)auteur van meer dan 130 peer
reviewed internationale publicaties en 10 octrooien en
octrooiaanvragen. Hij trad reeds op als promotor voor een tiental
doctoraten en begeleidt er nu zeven. Naast samenwerkingen op nationaal
niveau, werkt(e) hij samen met een groot aantal internationale partners
via onderzoeksprojecten in de opeenvolgende EU Kaderprogramma's. Op vlak
van onderwijs doceert Christophe Courtin een vijftal vakken, zowel op
Bachelor- als Masterniveau. Recent fungeerde hij als Program Chair
voor de AACC International 2010 Annual Meeting, een congres in de
VS waaraan 1200 personen deelnamen. Sinds 2003 is hij associate editor
van Cereal Chemistry. Christophe is getrouwd en vader van drie kinderen.
Het
onderzoek binnen het Laboratorium voor Levensmiddelenchemie en
-biochemie focust zich vooral op granen. De nadruk ligt hierbij
enerzijds op het bestuderen en modificeren van de eigenschappen van
graanconstituenten en hun structuur en anderzijds op het begrijpen en
sturen van de technologische functionaliteit van deze constituenten in
graangebaseerde processen. Steeds prominenter aanwezig is onderzoek naar
graangebaseerde technologieën die toelaten om op een actieve wijze de
gezondheid van mensen te verbeteren. Bij dit alles worden zeer vaak
microbiële biokatalysatoren gebruikt. Wegens hun grote specificiteit
zijn zij niet alleen het ideale hulpmiddel om inzicht te verwerven in de
technologische en nutritionele functionaliteit van graancomponenten,
maar zijn ze ook perfect geschikt om deze actief te modificeren met het
oog op verbetering van processen en eindproducten. Gezien het belang van
enzymen wordt ook veel aandacht besteed aan de studie van
structuur-functie relaties, waarbij vaak gebruik gemaakt wordt van molecular
engineering.
Een belangrijke onderzoekslijn is deze naar
arabinoxylan-oligosachariden (AXOS) en hun prebiotisch potentieel. AXOS
worden gevormd bij de enzymatische hydrolyse van arabinoxylan, een
celwandpolysacharide dat in mindere of meerdere mate terug te vinden is
in granen en dominant aanwezig is in tarwe en rogge. Resultaten van
interdisciplinair onderzoek dat extensieve in vitro en in vivo
studies behelsde en waarvoor onder andere samenwerking gezocht werd met
een tiental onderzoeksgroepen in binnen- en buitenland, tonen aan dat
AXOS inderdaad kunnen beschouwd worden als prebiotica. Dit leidde mee
tot de oprichting van een spin-off bedrijf. Door gebruik te maken van
nieuw ontwikkelde enzymtechnologie kunnen deze AXOS zowel als ingrediënt
als in situ tijdens het verwerken van graan tot brood aangemaakt
worden.
Factors governing the breadmaking potential of cassava (Manihot esculenta Crantz) flour
The combined effect of high hydrostatic pressure and temperature on reversible inactivation of food quality related enzymes
Onderzoek over de invloed van essentiële en isomere voedingsvetten op de energiebenutting, de lipidensamenstelling en de funktie van mitochondriën